Vorig jaar werden op 5 mei de feestelijkheden in Zoetermeer verstoord
door extreem-rechtse jongeren. Dit jaar mogen deze jongeren van de
gemeente Zoetermeer een gemeentelijke feestruimte gebruiken. Volgens de
gemeente is immers aan alle formele voorwaarden voldaan. De aanvraag is
op tijd verstuurd, ondertekend door één persoon, en waarschijnlijk is
er beloofd dat er geen ordeverstoringen zullen plaatsvinden. In 2001 was één van de feestvierder betrokken bij het bekladden en
vernielen van een Joodse begraafplaats. Volgens toenmalig
minister-president Kok een “gruwelijke intimidatie”.
Het organiseren van zo’n bijeenkomst is een intimiderende politieke
daad op zich. Een
provocatie aan iedereen die de bevrijdingsdag viert. De gemeente
dacht
wellicht door ze een ruimte te bieden van ze af te zijn; als ze in een
ander gedeelte van de stad zitten heb je minder last van ze. Slim
gedacht. Maar Voorpost was slimmer. De gemeente heeft zich hiermee
namelijk in een onmogelijke positie gewurmd; ze
kunnen de bijeenkomst niet met goed fatsoen laten doorgaan; het is
duidelijk dat ze in het ootje genomen zijn, en dat onder valse
voorwendselen een zaal bij ze besteld is. Aan de andere kant kunnen ze
hem ook niet
verbieden. Dan zouden ze namelijk erkennen dat ze een fout hebben
gemaakt. En we weten van bestuurders dat ze onfeilbaar zijn. De
gemeente zit in het defensief; half Nederland valt over ze heen, en Voorpost lacht zich een hoedje.
Het was beter geweest als de gemeente even verder had gedacht.
Meer over deze zaak en zaal hier.
De ideeën van Voorpost zijn hier te vinden.
En zo’n 80 persoonlijke redenen om 4 mei twee minuten stil te zijn, vind je hier.