Zo voorspelbaar als de herfst en de hernieuwde populairiteit van de peilingen zijn de reacties op het regeerakkoord. Maar de herfst is onstuimig en de betrouwbaarheid van de peilingen is gekelderd sinds er welsiwaar veel flessen wijn verloren zijn, maar slechts weinig gewonnen.
De fractie van de VVD en PvdA en het Partijbestuur van de PvdA hebben zich achter het regeerakkoord geschaard. Op het congres van aanstaande zaterdag zullen de leden van de PvdA dat ongetwijfeld ook doen. Aan de andere kant is de oppositie, waarvan een gedeelte tot de ondertekenaars van het regeerakkoord zou kunnen behoren als ze aan tafel hadden gezeten, natuurlijk not amused. Tot zover allemaal voorspelbaar.
Wat minder voorspelbaar is, is het Regeerakkoord zelf. Na een lange periode van veel lawaai maar weinig actie ziet het er nu naar uit of er echt dingen gaan gebeuren. Voor alle partijen die aan tafel zaten (de VVD, de PvdA en de ambtelijke staven) een succes derhalve.
Natuurlijk heb ik bij een aantal onderdelen van het regeerakkoord mijn bedenkingen. Het stellen van kledings- en taalvoorschriften aan het ontvangen van een een bijstandsuitkering, bijvoorbeeld. Of het ondervragen van aankomende Ambtenaren van de Burgerlijke Stand op de vraag “Bent u bereid homosexuelen in de echt te verbinden?”.
Maar over een paar andere onderwerpen ben ik tamelijk enthousiast: het verkleinen van het aantal gemeenten, bijvoorbeeld. Met alles wat er nu op gemeenten afkomt kan je de inwoners op een grotere schaal beter van dienst zijn. Of mensen het gevoel hebben dat ze iets hebben met de stad waar ze in wonen (en dan vooral met het functioneren van het ambtelijk apparaat), is een andere vraag, en vooral een utidaging voor de verantwoordelijke burgemeester, wethouders en raadsleden. Het afschaffen van de samenwerkingsverbanden rond de grote steden (WGR+-regelingen) is een goed idee. De democratischer controle erop is minimaal. Helaas is het zo dat deze gebieden in de uitvoering van taken best succesvol zijn; vandaar dat ik een paar jaar geleden heb voorgesteld de provincies terug te schalen tot het niveau van deze gebieden. Dit zou weliswaar leiden tot een vergroting van het aantal provincies, maar door die provincies op een aantal terreinen juist samen te laten werken (water, mobiliteit), ontstaat toch een overzichtelijker en meer democratisch gelegitimeerd geheel.
Ook ben ik blij dat er eindelijk duidelijkheid is over de hypotheekrente-aftrek. Dat ook bestaande hypotheken worden aangepakt is rechtvaardig. De aanpak van de zorg begrijp ik. Maar ik vraag me af of het uitvoerbaar is. Gaan verzekeraars nu inzicht krijgen in de inkomens van hun clienten? en hoe wordt dan het inkomen berekend?
Uiteindelijk gaat politiek om de vraag wat het allemaal betekent voor de gewone mensen. Iedereen gaat er op achteruit, en gelukkig mensen die dat wat makkelijker kunnen wat meer dan de mensen die dat wat minder makkelijk kunnen. Maar of ook die mensen het gevoel houden dat ze erbij horen hangt vooral af van de toon die dit Kabinet zet tijdens hun optredens. Of de voorgenomen plannen worden uitgevoerd hangt voor een groot gedeelte af van de manier waarop men erin slaagt de ambtelijke samenwerking te organiseren. Maar of we uiteindelijke succesvol zijn en de Nederlanders weer bij elkaar brengen, hangt van andere zaken af.
Empathie, tolerantie en de menselijke maat. Je kan wel bruggen bouwen; het gaat erom dat ze gebruikt worden.