Naar het schijnt was één van de redenen dat de geallieerden concentratiekampen als Auschwitz niet bombardeerden nadat ze van het bestaan van ervan afwisten, dat ze zich niet konden voorstellen dat ze bestonden. Een tweede reden is dat hoge ambtenaren zoals A.R. Dew van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Groot-Brittanië, die optekende dat er op het Ministerie veel te veel tijd in beslag werd genomen met het luisteren naar die jammerende Joden.
Er wordt dan ook wel gezegd dat de na-oorlogse generatie onzekerder is dan de voor-oorlogse; de na-oorlogse weet beter tot welke wandaden mensen in staat zijn. Deze zomer was ik in Sobibor, en heb me er weer over verbaasd. Hoe kan het dat hoog-opgeleide mensen hun energie, creativiteit en intelligentie gebruiken om zo veel mogelijk mensen in zo’n kort mogelijke tijd om te brengen. Alleen al Operatie Reinhard: In anderhalf jaar tijd werden in Sobibor 250.000 Belzec 600.000 en Treblinka tussen de 800.000 en 1.400.000 mensen omgebracht. Ergens tussen Kazimierz en Katowice heb ik het moeten uitleggen aan een Canadese toerist. Van Auschwitz had hij wel eens gehoord, maar deze drie kampen waren hem onbekend. Eén van de redenen voor de relatieve onbekendheid van deze drie kampen is dat er zo weinig overlevenden zijn. Slechts een handvol in 1945, waarvan er een aantal alsnog in Polen in 1946 vermoord is. Kortom: er was niemand die er over kon vertellen.
Wegkijken.
Dat er op schaal van miljoenen mensen vermoord worden op grond van etniciteit komt niet vaak voor. Maar verder is noch de holocaust, noch de reactie van de omgeving uniek in de geschiedenis. De meeste mensen hebben een natuurlijke neiging om buiten conflicten te blijven die de hunne niet zijn, “ver weg” is ver weg, en tsja, wat kan je er eigenlijk aan doen? Achteraf de boel analyseren is een stuk makkelijker. Wegkijken is universeel en betrokkenheid komt alleen tot stand als het onafwendbaar is. Het meeste handelen verloopt via het vaste patroon van de four-stage strategy, die beschreven is in de aflevering “A victory for democracy” van de voor politicologen verplichte serie Yes Prime Minister:
Sir Humphrey Appleby: Then we follow the four-stage strategy.
Bernard Woolley: What’s that?
Sir Richard Wharton: Standard Foreign Office response in a time of crisis.
Sir Richard Wharton: In stage one we say nothing is going to happen.
Sir Humphrey Appleby: Stage two, we say something may be about to happen, but we should do nothing about it.
Sir Richard Wharton: In stage three, we say that maybe we should do something about it, but there’s nothing we can do.
Sir Humphrey Appleby: Stage four, we say maybe there was something we could have done, but it’s too late now.
Nederland keek en kijkt weg bij de meeste conflicten, maar nu IS wel heel dichtbij komt met Nederlandse frontsoldaten (aan de andere kant dan) kunnen we niet meer doen alsof we er niets mee te maken hebben. Andere conflicten zijn nog steeds ver van ons bed: vergelijk deze lijst eens met de kranten van het laatste jaar.
Alle steun, behalve hulp.
Ik kan me de woede van de Koerden dan ook goed voorstellen. Er staat een slachting te gebeuren en de internationale gemeenschap steekt nauwelijks een vinger uit. Dat er een gesprek komt is even voorspelbaar als nutteloos. Mijn voorspelling: “we will give them every support; short of help”.
Er schijnen nu ook concentratiekampen te zijn in Noord-Korea waar minimaal 200.000 mensen in zitten die ‘verdwijnen’. Daar doen ‘we’ ook niet veel aan. Verschil is natrlk wel dat de geallieerden in ’44/’45 oppermachtig waren in de lucht en makkelijk de gaskamers hadden kunnen bombarderen. Als er dagelijks Britten werden vergast was dat zeker gebeurt..