De afgelopen dagen was ik voor Eurosonic/Noorderslag in Groningen. Vanochtend vroeg ging, na een paar uur slapen al, het brandalarm af. Slaapdronken (slaapdronken, zeg ik toch?) kleedde ik me aan, pakte het broodnodige en stommelde naar beneden. Ik was niet de eerste: bij de voordeur deed iemand vertwijfelde en onhandige pogingen die open te krijgen. Een paar minuten later stonden we buiten, met zijn drieën al, in de kou. De nachtportier kwam even later ook naar beneden en probeerde uit alle macht het (valse, er had een rocker zitten roken) alarm uit te krijgen, wat hem waarempel lukte, zodat we weer konden gaan slapen.
Een mooie training. Ik moest me afvragen wat de vluchtroute was, wat ik nu echt mee moest nemen en me afvragen of ik niet nog wat vergeten was. De arme nachtportier had een mooie ervaring met het uitzetten van het alarm. Allemaal een goeie oefening voor als er echt wat aan de hand is.
Je vraagt je af of ze nu in Moerdijk ook denken “Hadden we maar wat vaker getraind”. Niet tot mijn verbazing is ook hier weer de conclusie getrokken dat de communicatie aan alle kanten faalde. In het conceptrapport staat in een prachtige zin dat de gemeente en veiligheidsregio´s “telkens naar bevind van zaken handelden, waardoor de indruk kon ontstaan dat de overheid geen duidelijk verhaal had.”. Vooral prachtig omdat alleen maar die indruk ontstond, natuurlijk, maar dat de Overheid natuurlijk wel een goed verhaal had. Zoals ze ongetijfeld achteraf zullen bewijzen.
Helaas moeten we bang zijn dat ook nu weer de druk om daadwerkelijk de communicatie te verbeteren bij en voor (ik zou zeggen “in plaats van”) rampen zal leiden tot hoogstens wat kamervragen, een debatje en een nota. Pas als er doden gaan vallen zal er echt iets gebeuren, en dan is het te laat.
En dat terwijl de problematiek bekend is. De bestuurlijke inbedding van de verantwoordelijkheden bij rampen is nog steeds problematisch. In 1999 en 2001/2002 werd al geconstateerd dat de rampenplannen beter moesten. Na het VOPAK-incident in 2003 is er weliswaar extra aandacht gekomen voor rampenplannen, maar in 2006 bleek dat bleek dat gemeenten zich nogal eens fixeerden op het maken van plannen, zonder dat de crisisbestrijding daar noodzakelijkerwijs beter van werd. Plan na plan, rapport na rapport. En telkens dezelfde fouten.
Trouwens, ik vraag me ook af of het al een beetje beter geregeld is met de rampenzenders. In 2005 bleek dat de Zuiid-Hollandse rampenzenders rond Leerdam, in het centrum van Den Haag, het gebied ten westen van de N44 vanaf Leiden gezien, grote delen van de Bollenstreek en het gebied in en rond Alphen niet of nauwelijks bereik hebben. De enige keer dat ik de voorpagina van de Telegraaf gehaad heb, is toen de Minister zei dat de mensen dan maar betere radio’s moesten kopen, en ik dat vergeleek met de beroemde, maar ten onrechte aan Marie-Antoinette toegeschreven uitspraak dat de mensen maar brioches moesten kopen als het brood te duur was. Het heeft overigens wel tot Kamervragen geleid, toen.
Slechte communicatie van bestuurders leidt tot verder wantrouwen in de politiek. Soms is dat terecht. Immers: Slechte communicatie bij risico’s kan leiden tot gevaarlijke situaties. Slechte communicatie bij rampen kan leiden tot verlies van mensenlevens. Bestuurders moeten zich beter realiseren dat ze daarvoor verantwoordelijjk zijn, en niet voor de checklist waarop een vinkje staat achter het woord “rampenplan”.
Met de rampenzenders is het nog steeds slecht gesteld. Radio West heeft een steunzender gekregen in Den Haag. In de Bollenstreek en rond Leerdam zijn Radio West, respectievelijk Radio Rijnmond nog steeds niet goed te ontvangen. Kennelijk is die betere radio nog steeds actueel.
En op zich lijkt iets als een regionale omroep een detail, maar het is volgens mij wel de eerste stap in je communicatie richting de burger bij een ramp. Iedereen weet inmiddels dat je bij het horen van het luchtalarm naar binnen moet gaan, ramen en deuren moet sluiten *en* je regionale omroep aan moet zetten. Maar dan moet die wel te ontvangen zijn. En als die wel te ontvangen is, dan moet de regionale omroep er ook nog aandacht aan besteden (dit was in het geval van Moerdijk en Omroep Brabant lange tijd niet het geval).