Groeten uit Kaapstad. Het is hier herfst, dus soms is het wat fris. Vanochtend bewolkt en een graad of 15; gelukkig is het nu weer 30 graden en kunnen we de tafelberg weer zien.
Ik ben hier om mee te doen aan een crickettournooi. Voor sommige mensen uit mijn directe omgeving is dat een schok. Niet veel mensen zijn op de hoogte van mijn verleden als cricketer. Dat kan makkelijk: ik ben al in het midden van de jaren ’80 opgehouden bij Ajax Leiden, nadat het eerste tegen een blank Zuid-Afrikaans team had gespeeld. Ik was daar fel op tegen, want ik vond (en vind) dat daarmee de apartheid werd gelegitimiseerd.
De veranderingen van 1994 zijn duidelijk merkbaar. De nieuwe vlag, de bankjes met “slegs vir blankes” die er alleen nog als aandenken staan, het volkslied.
Maar toch.
De bediening in de restaurants is vaak nét te vriendelijk en onderdanig. Mensen zullen op papier weliswaar gelijke toegang hebben tot geld, kennis en macht, maar ik geloof niet dat dat er in de praktijk gelijkelijk gebruik van gemaakt wordt.
De tragiek van de wet is vaak de asynchroniteit ervan. Soms volgt een wet op de wensen van de bevolking; soms loopt de wet voor op dat wat gemeenschappelijk geaccepteerd is. De Apartheid moet hier in Zuid Afrika nog verder afgeschaft worden.