Nou, de maatregelen om de crisis mee aan te pakken zijn bijna bekend, en zoals ik een paar dagen geleden voorspelde, zijn de commentaren van de onderhandelaars dat het erg moeilijk was, dat het stevige gesprekken waren, dat ze aan belangrijke principes vasthielden, maar hier en daar water bij de wijn moesten doen. Voorspelbare conclusies, omdat niemand wist wat de inzet was. De oppositie klaagt terecht: ze staan volledig buitenspel.
In een parallel-universum heeft mijn oud-collegawethouder Wim Carabain een boek geschreven over de omloopsnelheid van wethouders. Ongeveer één op de drie wethouders zal deze periode sneuvelen, en Carabain probeert terecht een remedie te vinden voor dit probleem, dat -los van persoonlijke tragedies- ook vaak tot politieke en bestuurlijke stagnatie leidt.
Carabain zoekt het vooral in de vaardigheden van de wethouder. Ik ben het met hem eens dat het daar niet altijd goed mee gesteld is. Het is een vak dat nogal wat vaardigheden vraagt. Vaardigheden die je niet van de ene dag op de andere geleerd hebt, waar geen opleidingen voor zijn, en waar bovendien vaak geen tijd is om je op voor te bereiden: het is van 1 tot 100 in 1 dag. Aandacht voor de kwaliteit van de wethouders is dan ook zeer gewenst: een schone taak voor onze politieke partijen.
Maar er is nog wat anders: de kwaliteit van de raad. Ik ken raden waar de meerderheid de Nederlandse taal niet op mavo-niveau machtig is, mensen vooral voor hun achterban bezig zijn en velen voor het lidmaatschap maar snel lid geworden zijn van een politieke partij. Bij de samenstellingen van lijsten wordt soms te veel gekeken naar representatie (genoeg mannen, vrouwen, regio’s? hebben we een homo, iemand uit het bedrijfsleven en iemand met een handicap) en te weinig naar vaktechnische kwaliteit.
Zeker in het duale bestel, waarbij de volksvertegenwoordigers kaders stellen en het beleid achteraf beoordelen verwordt het raadswerk al te vaak tot iets zeggen over incidenten en de bestuurder achteraf te veroordelen. Dat heeft niets met politiek te maken. Maar als zelfs het kabinet het politieke proces niet stimuleert, is dit de vloek die we over onszelf afroepen.