De meeste grote politieke partijen (en de partijen die vroeger wat groter waren, maar nog niet aan hun nieuwe omvang gewend zijn) vullen hun kandidatenlijsten voor verkiezingen vaak in als was het een Sudoku. Er zijn een paar kandidaten die vaststaan. Die worden als eersten (maar vaak niet op volgorde) op de lijst gezet. Vervolgens wordt de Sudoku verder ingevuld: ongeveer even veel mannen als vrouwen, verschillende ethnische achtergronden en alle regio’s moeten vertegenwoordigd worden. Andere achtergronden worden ingevuld: sexuele oriëntatie, woonplaats, en, oh ja, politieke achtergrond, of juist gebrek daaraan, want je wil natuurlijk niet een fractie met allemáál mensen die het beter weten. Tussendoor wordt ook nog ergens gekeken of mensen het politieke ambacht in voldoende maten (kunnen leren) beheersen.
Backwards engineering.
Vervolgens wordt middels backwards engineering gemotiveerd wie op welke plaats staat: de nummers één, twee en drie spreken ongeveer voor zichzelf, en vervolgens wordt, in aflopende volgorde, uitgelegd dat persoon x nu precies de kwaliteiten heeft die op plaats y belangrijk zijn. Het maken van kandidatenlijsten is daarmee, net als het maken van standpunten, vooral de resultante geworden van politieke haalbaarheid, handjeklap, afruil, angst voor negatieve publiciteit en de angst om risico’s te nemen.
Straf en beloning.
Bij het samenstellen van de Europese Commissie is iets dergelijks aan de hand. Ieder land levert een commissaris; de grootste landen azen op de belangrijkste commissariaten; tegelijkertijd moet er min of meer een afspiegeling gevonden worden van de samenstelling van het parlement en moeten er ongeveer even veel mannen als vrouwen gevonden worden. Het zou een verkeerd beeld geven als alléén de grootste landen de grootste commissariaten invullen; daarom worden de, laten we zeggen, vijf grootste posten er ongeveer drie door de grootste landen bezet. Daarnaast kunnen landen beloond worden voor hun gedrag; de benoeming van Donald Tusk als voorzitter van de Europese Raad kan dan ook niet los gezien worden van de opstelling van Polen in EU-verband ten tijde van de opkomende Oekraine-crisis, waarbij Polen en Poolse Europarlementariers steeds meer de EU opzochten. Anderzijds kan de afstraffing van Nederland in het Europees Parlement niet los gezien worden van de Eurokritische opstelling van Nederland en de Nederlandse partijen.
Blauwdruk.
Bij het spel van het plaatsen van commissarissen hoort ook het groter en kleiner maken van commissariaten; als men uitkomt op een wat zwaardere commissaris voor DG x, zal DG x wat uitgebreid worden met wat onderwerpen uit DG y, in de hoop deze commissaris te behouden. De beoogd commissaris voor DG y zal daar niet blij mee zijn, waardoor daarvoor dan weer een andere oplossing gezocht moet worden. Het is een mooi spel voor de mensen die zich ermee bezighouden. Tout lobbyend Brussel (dus inclusief de permanente vertegenwoordigers, het bedrijfsleven en de handvol Europalementariers die daadwerkelijk invloed hebben) heeft er een dagtaak aan. Er staat nogal wat op het spel: de blauwdruk voor de beïnvloeding van het spel dat de komende jaren gespeeld wordt.
Kwaliteit geldt.
Ergens, de komende weken, verschijnt het ronkende persbericht met daarin de namen van de nieuwe Eurocommissarissen en hun posities. Het plaatje zal helemaal kloppen; de CV’s zullen naadloos aansluiten bij de commissariaten en alle landen zullen blij en verheugd zijn met de ontstane situatie.
Helaas prikt de burger er doorheen. De Nederlanders, maar ook andere inwoners van Europa hebben maar al te goed in de gaten dat de belangrijkste wetgeving uit Europa komt, en dat de sleutel voor het tegengaan van de crises waarvan steeds duidelijker wordt dat we er niet buiten staan, in Europa ligt. Syrie, Irak, Oekraine liggen dichterbij dan we dachten. Voor het eerst begint de hoop te vervagen dat we duurzaam buiten de conflicten konden blijven, en dat wij, en onze kinderen, niet in een oorlogssituatie terecht zouden komen.
Van de Europese Unie wordt verwacht de problemen aan te pakken. Het gekeutel bij het vaststellen van standpunten en baantjes door haalbaarheid, transactie en onderhandeling leidt tot een toenemend wantrouwen en ongemak bij de inwoners van Europa, en zal er alleen maar toe leiden dat nóg meer stemmen en macht terecht komen bij de mensen die de indruk wekken dat er makkelijke oplossingen zijn: populistisch Europa. Juist de gematigde partijen moeten daarom nu laten zien dat ze het vertrouwen van de Europeaan waard zijn. Er is geen alternatief. Vandaar dat Juncker, net als de Nederlandse politieke partijen, beter naar de beste mensen kan uitkijken, en hun ego en statusgevoeligheid opzij zetten voor een groter goed: vrede, economische stabiliteit en een politiek systeem waar je vertrouwen in kan hebben.