Sommige mensen zien het bedrijfsleven als voorbeeld voor de overheid. Dat kan in sommige gevallen waar zijn, maar niet als je bij een grote bank een administratieve handeling wil laten verrichten.
Ik ben penningmeester van een stichting en probeer al bijna een jaar ook tekeningsbevoegd worden, zodat het personeel dat bij de stichting in dienst is, op een fatsoenlijke manier uitbetaald kan worden. Een lange stroom formulieren en veel frustrerende telefoontjes later krijgt de bank in kwestie het niet voor elkaar, en heb ik het helemaal gehad. Gisteren trok ik, op een manier waar SIRE tegen waarschuwt, uiteindelijk een arme telefonist volstrekt door de telefoon, zoals dat heet. Ik dreigde met televisieprogramma’s, namen van bazen, opzeggen van mijn rekening en eis op veel te hoge toon dat ik onmiddelijk doorverbonden word met de baas van de telefonist.
Dezelfde middag was het geregeld. Op zich een overwinning, maar niet een waar ik erg vrolijk van word. Ten eerste kost het natuurlijk toch energie en emotie om zo uit te varen tegen zo’n arme telefonist die er ook niets aan kan dan doen dat hij volgens een protocol moet werken, maar bovenal omdat ik me realiseer dat het, als ik braaf was blijven afwachten, niet gelukt zou zijn de overdracht te regelen.
Mensen die verbaal minder begaafd zijn, de regels wat minder kennen, misschien wat minder slim zijn, wat kwetsbaarder zijn, vriendelijk blijven in dergelijke situtaties geen gelijk krijgen. Om moedeloos van te worden.
Op de voorpagina van de NRC staat dat mensen die niet verzekerd zijn, binnenkort alleen nog voor noodhulp in aanmerking komen. In Den Haag heeft onze partijgenoot wethouder Heijnen er voor gezorgd dat alle bijstandsgerechtigden in ieder geval verzekerd zijn. Maar ik voel aan mijn water dat er toch groepen mensen zullen zijn die aan het kortste end gaan trekken omdat verzekeraars klanten mogen gaan royeren.
Even voor de kerstgedachte: heb je bij de telefoniste uiteindelijk wel je excuus gemaakt? Zo niet, zou ik nog wel even doen!