Bizar nieuws vandaag dat aansluit bij de uitstekende uitzending van Zomergasten. Die Joop van den Ende is toch een sympathieke vent. Maar goed: Minister Plasterk heeft bij een bijeenkomst van kunstenaarsbelangenvereniging Kunsten ’92 gesuggereerd dat er extra geld komt voor cultuur. Dat is natuurlijk mooi meegenomen, maar de onderbouwing is schokkend:
Hij vertelde dat hij ‘deze zomer onder een boom heeft liggen denken’. Niet alleen aan een motie uit de Kamer, maar ook aan geluiden uit het veld en van de Raad voor Cultuur. Hij heeft besloten daar naar te luisteren.
Ik krijg daar wat bijzondere beelden bij. Onze minister/wetenschapper, in het zonnetje onder een boom (waar? zuid-Franrkijk?) met een lange grasspriet in de mond en dat malle hoedje van hem naast hem op een rieten mandje met daarin een flesje chablis en wat witte boterhammetjes met gerookte zalm. Plots valt er een appel op zijn hoofd, en die zet hem aan het denken. Of zo.
Wat een apekool toch weer. Om te beginnen kan het nooit kwaad eerst te luisteren, dán erover na te denken en dán wat te beslissen (en zegt Plasterk nu dat hij dat niet gedaan heeft), maar wat ik vooral bizar vind, is dat Plasterk doet alsof beleid zelfstandig gemaakt wordt door ministers die onder bomen liggen. Als het goed is, zijn er wat ambtenaren die meedenken en adviseren, en als het helemaal goed is, worden in de ministerraad de beslissingen genomen. Het gaat in de politiek en het bestuur zelden om “ik” en heel vaak om “wij”.