Tot voor kort schreef ik gastcolumns voor de voor de website van Leefbaar Rotterdam. Dat is nu afgelopen, want columns krijgen een zomerstop, en daarna gaan ze kijken hoe ze verder gaan met dit initiatief. Ik hoop dat Leefbaar Rotterdam daarna weer doorgaat met het plaatsen van columns van niet-aanhangers. Het zou jammer zijn als ze hiermee zou ophouden. Maar al te vaak worden immers platforms die ontwikkeld zijn voor het uitwisselen van ideeën, gebruikt om vooral het eigen gelijk nog maar eens te onderstrepen, en dat is een gemis.
Het initiatief van Leefbaar Rotterdam om ook kritische geluiden, andere geluiden en zelfs tegengestelde geluiden te laten horen, is dan ook een verrijking van de democratie. Immers: het gaat er in een democratie niet om gelijk te krijgen of zelfs te hebben, maar om in een continue dialoog met de omgeving proberen voor zo veel mogelijk mensen zo veel mogelijk te bereiken. En dan gaat het niet alleen om geld, maar ook om aandacht, het gevoel erbij te horen, of respect.
Het aanzetten tot een discussie is een moeilijk vak. Ik heb al ruim een maand niet geblogd. Niet omdat ik opeens een gebrek heb aan meningen. Als politicus in ruste krijgt iedereen die bij mij voor een kwartje mening wil hebben, nog steeds voor een euro ongezouten terug. Maar vooral omdat ik vind dat blogbijdragen, soms die van mijzelf ook, te voorspelbaar zijn.
Vaak is er immers sprake van ‘reversed engineering of opinions’. Dat wil zeggen dat mensen een standpunt hebben en daar eens fijn argumenten bij gaan zoeken. Door het vervolgens andersom op te schrijven, lijkt het dan toch alsof er flink over nagedacht is.
Aangezien een gemiddelde politicus liever zijn onderbroek opeet dan (in het openbaar) van mening verandert, worden de bijdragen voorspelbaar. Je ziet dat bij sommige politici: uit angst om iets te zeggen wat in tegenspraak is met de fractielijn wordt er geen mening gegeven als er nog geen fractiestandpunt is en het fractiestandpunt uitgedragen als dat er wel is. Maar in beide gevallen wordt er met meel in de mond gesproken. En worden argumenten gezocht bij het standpunt, of -als dat er nog niet is – een uitleg waarom er nog ‘gestudeerd’ of ‘nagedacht’ moet worden.
Helemaal de dood in de pot is vervolgens wanneer het standpunt uitsluitend afhankelijk is van tactische overwegingen.
De afgelopen dagen werd dit fenomeen op twee gebieden weer pijnlijk duidelijk. Het ‘verlies’ van de Partij voor de Dieren van het wetsvoorstel voor afschaffing van de onverdoofde rituele slacht, en de ‘winst’ van het ontslaan van de weigerambtenaar.
Vanaf het begin was al duidelijk dat het wetsvoorstel van Thieme zou sneuvelen. Het was onuitvoerbaar, in tegenspraak met de Grondwet en Europese regelgeving, en bovendien discriminatoir. Het eindeloos uitmelken van de discussie droeg bij aan de (overigens terechte) aandacht voor dierenleed, maar had ook als effect dat groepen Nederlanders werden weggezet als dierenmishandelaars die niets liever doen dan op basis van waanideeën dieren doodmartelen. Van uitwisseling van ideeën, dialoog over mogelijkheden bij de rituele slacht, of het werken aan begrip voor elkaars standpunten was geen sprake. Althans vanuit de Partij voor de Dieren. Het wetsvoorstel was vooral een vehikel voor aandacht.
Bij de Joodse en Islamitische groepen die zich hebben beziggehouden met het tegengaan van het verbod is wel opluchting, maar er klinkt geen triomfantelijk hoorngeschal. Dat zou niet passend zijn. Er is immers geen overwinning, maar er is een verlies tegengehouden. En dat is toch wat anders.
Nog weer anders is het bij de triomfantelijke houding van sommige politici rondom de weigerambtenaar. Dat mensen die om hun eigen redenen geen gevoel hebben bij het huwelijk van twee mensen, ontslagen mogen gaan worden, wordt gezien als een grote overwinning. Pijnlijk en onverstandig. Ten eerste weet ik als BABS (Buitengewoon Ambtenaar Burgerlijke Stand) dat je in alle gevallen minimaal enige sympathie moet kunnen opbrengen voor de huwelijkskandidaten; anders wordt het een ongezellige boel. Ten tweede gaat -nogmaals- democratie niet over het opleggen van macht, maar om het vinden van een manier om het voor zoveel mogelijk mensen naar de zin te maken.
Extreme voorstellen, zoals het verbieden van rituele slacht of het ontslaan van ambtenaren met een bepaalde levensovertuiging horen daar niet bij; het plaats geven voor meningen die de jouwe niet zijn, wel. Ik feliciteer Leefbaar Rotterdam met hun initiatief, en ga door met het bestrijden van hun ideeën waar ik dat nodig vind.