Het is jammer dat het ROB het imago heeft van een suffe en grauwe club, want ze komen met interessante dingen. Zoals het volgende:
De commissaris van de koningin moet op termijn een soort burgemeester van de provincie worden. Dat bepleit de Raad voor het openbaar bestuur (Rob), die daarmee een einde wil maken aan de verwarring over de taken van de commissaris als ‘rijksorgaan’. Volgens de raad is de huidige rol van de commissaris als vertegenwoordiger van het rijk te vaag omschreven. Dit zou ruimte bieden ‘voor een zekere oprekking van rijkstaken zonder dat daarvoor een juridische basis bestaat’. Zo houden sommige commissarissen functioneringsgesprekken met burgemeesters. ‘Men ziet dat kennelijk in het verlengde van de adviserende taak in het kader van de herbenoeming van burgemeesters.’ Anderzijds is de commissaris formeel belast met bepaalde rijkstaken zonder over voldoende bevoegdheden daarvoor te beschikken. Dit geldt in het bijzonder ten aanzien van de coördinerende rol bij de samenwerking tussen hoofden van regionale rijksdiensten en -inspecties, het provinciebestuur en de besturen van gemeenten en waterschappen. De commissaris heeft op dit punt volgens de Rob onvoldoende interventiemogelijkheden ‘om bindende gezamenlijke afspraken te maken of te bemiddelen bij conflicten’. De raad vindt de onduidelijkheid over de commissaris als rijksorgaan kwalijk omdat de verantwoording hierdoor in het gedrang kan komen. De functie van rijksorgaan zou echter niet volledig moeten verdwijnen. De taken van de commissaris in die hoedanigheid dienen evenwel ‘expliciet en uitputtend’ beschreven te worden in de Provinciewet. Daarbij zou duidelijk moeten zijn dat over deze taken geen verantwoording aan Provinciale Staten wordt afgelegd.