Afgelopen vrijdag kwam het langverwachte rapport van BING over het bestuurlijk functioneren van de Deelgemeente Feijenoord uit. Wat mij betreft stonden er geen nieuwe dingen in. Het is zoetzuur dat bevestigd wordt wat ik tijdens mijn wethouderschap tegen mijn collega’s, partijbestuurders en anderen dicht tegen het vuur zei, en erna verschillende keren in de krant en daarbuiten. Zoet omdat er wel eens mensen tegen me zeiden dat het allemaal nogal meeviel, zuur omdat dit functioneren zó verschrikkelijk ten koste gaat van waar wat mij betreft de PvdA voor staat, dat ik me er regelmatig voor schaam.
De harde en ruwe omgangsvormen herken ik. Niet voor niets heb ik er indertijd voor gekozen om een appartement op Katendrecht te kopen waar ik verbleef, terwijl mijn gezin elders bleef wonen. De eerste ervaring was tijdens onze niet-beediging; tijdens de stemming over ons aantreden als college stemde een gedeelte van de fractie tegen. In mijn geval, volgens het boek Afri van Jutta Chorus, was het excuus “hij is Haags, hoogopgeleid en Joods”. Bij mijn tweede publieke optreden was al bewaking nodig. Bizar dat ik het niet bizar vond. Het waren zware jaren. Maar wel jaren die ik niet had willen missen; als je érgens verschil kan maken als bestuurder of politicus, is het in een dergelijke omgeving. Van de verlichting op de Stieltjesstraat tot mijn inspanningen om nog wat van het Afrikaanderpark te maken en de pogingen om het opbouwwerk ten goede te laten komen aan alle inwoners van de deelgemeente, het opruimen van hondenpoep: ik heb me laten leiden door een artikel van Hendrik Jan Schoo: een opdracht tot feminien geploeter waar gewone burgers aan hechten.
Overigens heb ik toen wel geleerd dat de harde en ruwe omgangsvormen niet uit de lucht kwamen vallen. In ieder geval twee zaken spelen mee; ten eerste zijn de Rotterdamse omgangsvormen op alle fronten wat directer dan in sommige andere steden. Iemand vertelde me eens dat dat te maken had met het zware werk in de haven, waar je pas aandacht kreeg als je schreeuwde. Ten tweede zijn veel Rotterdamse politici, en dat spreekt in hun voordeel, erg bij de zaak betrokken en nemen ze zaken persoonlijk op. Ze zetten zich niet alleen vol overgave in als ze iets willen bereiken; als ze iets niet bereiken trekken ze zich dat persoonlijk aan. In hun voordeel, want het steriele, waarden-, feiten-, en emotievrije politieke gedrag waar sommige politici zich aan bezondigen is me een doorn in het oog.
Zoals ik al vaak eerder heb gezegd; het clientelisme en nepotisme is niet voorbehouden aan de Turkse gemeenschap, en strekt zich ook niet tot de gehele Turkse (politieke) gemeenschap uit. Het waren juist de (blanke, oude) bewonersorganisaties die jarenlang macht, geld en baantjes verdeelden. Vaak samen met de lokaal PvdA-bestuur.
De reacties op het rapport zijn helaas weer als te voorspellen. Iedereen die een appeltje te schillen denkt te hebben met de Islam of de Turkse Gemeenschap heeft weer een excuus om de gebruikelijke haat te ventileren; vanuit gematigder poiitieke hoek komen vooral procedurele opmerkingen: we zijn “geschrokken”, we gaan “onderzoeken”, “praten” en “naar oplossingen zoeken”. En dan volgt ongetwijfeld een “aanpak”.
En dat terwijl het zo simpel is. Clientelisme is in tegenspraak met alles waar de PvdA voor staat. Juist de PvdA is voor gelijke toegang tot kennis, inkomen en macht. Bestuurders of volksvertegenwoordigers die bepaalde groepen proberen te bevoordelen horen er niet in thuis. Of je nou als Turkse bestuurder een Turkse organisatie alleen omdat ie uit je eigen mensen bestaat subsidieert, of of je nou als blanke volksvertegenwoordiger alleen maar macht probeert te verschuiven naar blanke bewonersorganisaties: dit is niet ons gedrag. Dit is niet zoals onze partij functioneert. Onze mensen mogen dit niet zo doen.
Voor de meeste mensen is er maar één PvdA: de PvdA. Ik verwacht dat die Partij dan ook een mening heeft en uit over het BING-rapport.
Ik wil er nu eigenlijk verder over ophouden. Ik ben sinds begin 2009 weg uit Feijenoord en heb sindsdien allemaal andere leuke dingen gedaan. En ik ben Heintje Davids niet. Zie dus verder:
Robbert , in grote lijnen gelijk. Plaatsvervangende schaamte. Maar waarom ook nu weer de uithaal naar bewonersorganisaties, zonder daar hetzelfde voorbehoud te maken als je eerder doet bij bijvoorbeeld de Turkse. Niet alle bewonersorganisaties waren hetzelfde. En wat omgangsvormen aangaat, ook jij kon behoorlijk grof uit de hoek komen, mensen beledigen en kwetsen, je bent hier ook op aangesproken, maar hebt ervoor gekozen daar niet op te reageren, zodat zonder excuses, dit blijft hangen. Vanwege mijn mans ziekte, ben ik minder actief dan ik zou willen, maar volg nog van alles.. Diana