/

Geen geld maar afrekenbaarheid, doorzettingsmacht en visie.

458 views
3 minuten leestijd
Start

Vandaag staat in Trouw een ingezonden stuk van mij over Rotterdam-Zuid.  Hieronder staat een uitgebreidere versie van datzelfde stuk.

Met de uitvinding van de stoommachine kwam de industrialisatie. In het polderlandschap waar trein, boot en fabriek bij elkaar kwamen om de handel tussen Engeland en het Europese achterland te verbinden ontstond Rotterdam Zuid. Een gigantisch rangeer- en overslagterrein met een paar fabrieken. En daar tussenin woonblokken. De grote stad mensen trok mensen aan. Havenarbeiders, afkomstig uit Brabant en de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden en uit Noord-Brabant: de armsten onder hen woonden in de goedkoopste huizen. Een eeuw later is dat niet veranderd. De littekens zijn nog te zien op de kaart: de wegen ontsluiten de haven, niet de wijken. Het groen is er spaarzaam. De resultaten van de stadsvernieuwing van de jaren tachtig zijn zichtbaar: omdat velen vonden dat de woningen betaalbaar moesten blijven is er veelal gerenoveerd door in de huizen een aluminium frame in de kamers te zetten en daar gipsplaat tegenaan te nieten. De zolders, die in deze huizen niet bestemd waren om te wonen, zijn eraf gehaald, en daarvoor in de plaats zijn verdiepingen van Trespa er op gezet.

Gelukkig is er veel ambitie. Mensen hebben gelukkig de mogelijkheid armoede te ontstijgen, en velen doen dat dan ook. Je ziet dan ook dat de generaties elkaar opvolgen: arme mensen komen er wonen, en wat minder arme mensen vertrekken er weer. Waar eerst de gastarbeiders uit Nederland kwamen, kwamen ze later uit Italië en Griekenland, vervolgens uit Turkije en Marokko, en nu uit Polen en Bulgarije. Is dat erg? Nee, dat is een economische realiteit die je overal in de wereld en overal in de geschiedenis ziet: mensen komen op de kansen af die de grote stad ze biedt. Hopelijk hebben hun kinderen betere kansen. De arme wijken van de grote stad zijn emancipatiemachines. Maar ondertussen wordt er wel gewoond.

Dat emanciperen gaat niet vanzelf. Het is dan ook goed dat mensen daarbij geholpen worden, en er aandacht is voor gezonde leefomgeving, toegang geboden wordt tot kennis, macht en inkomen en misstanden bij wonen en arbeid aangepakt worden. Net als andere excessen. Daar mag goed burgerschap van de inwoners voor terugverwacht worden. Immers: “Geen recht waar plicht is opgeheven, geen plicht waar recht ontbreekt!”.

De eenzaamheid, armoede, het gevoel van er-niet-bij-horen, zijn zo endemisch en intens, dat je je als fatsoenlijk land ervoor je ogen uit je kop moet schamen. Het is dan ook terecht dat hier extra middelen voor beschikbaar worden gesteld. Miljoenen euro’s aan subsidiegeld zijn uitgestrooid boven dit stukje Nederland, en het zou te makkelijk zijn om daar cynisch over te zijn, maar helaas is de constatering dat het te weinig heeft opgeleverd, terecht.

Immers: éénduidige regie, controle en verantwoordelijkheid van het bestuur ontbreken. Veel van de gesubsidieerde projecten zijn uitgekozen op beoogd effect, maar er is geen natuurlijke prikkel om ze daar daadwerkelijk op te beoordelen. Daarnaast wordt pijnlijk duidelijk dat Rotterdam heeft gefaald in de aanpak.

De huidige aanpakken, zoals Pact op Zuid en de rest van het aan-, door- en meepakken zijn zo enorm bestuurlijk met elkaar afgestemd dat het vergaarbakken van losse projecten zijn geworden. Een procesmatig correct uitgevoerde hutspot van initiatieven met gebrek aan onderlinge samenhang en vooral gericht op bestuurlijke haalbaarheid. Niet de echte haalbaarheid, laat staan op resultaat.

Aan sterke ambtelijke diensten, doortastende wethouders, burgemeesters met overwicht, betrokken deelgemeenten, ambitieuze gebiedsmanagers, stadsmariniers, projectleiders en andere verstandige mensen die dingen voor elkaar willen krijgen is geen gebrek. Helaas bestaat daarnaast een andere bestuurlijke werkelijkheid, namelijk die van de al sinds de stadsvernieuwing voortdurende discussie over wie het voor het zeggen heeft in Rotterdam. De rol van bewonersorganisaties en het opbouwwerk is zeer groot. Die discussie is versterkt door het verzinnen en vervolgens niet implementeren van de stadsprovincie. In die tijd zijn de deelgemeenten ontstaan, zonder een duidelijk en onweersproken mandaat. Vervolgens kent Rotterdam een enorme sloot aan subsidie-ontvangers, die al dan niet gelegitimeerd door partijgenootschappelijke, sociale of etnische achterban. Met andere woorden: niet de formele machtsstructuren zijn een probleem, maar de informele.

Vanouds wordt er veel aandacht besteed aan het betrekken van bewoners. Mensen Maken de Stad, Opzoomeren en een sloot aan andere projecten proberen bewoners erbij te betrekken. Het is te makkelijk om de inzet van veel vrijwilligers en buurtbewoners, en zelfs van volksvertegenwoordigers en bestuurders te bagatelliseren. Helaas blijft men vaak bij het Rotterdamse credo “niet denken maar doen” teveel in de eerste twee woorden steken: de samenhang tussen projecten is vaak zoek, de negatieve bij-effecten zoals het beeld dat ontstaat van nepotisme en cliëntalisme, blijven onderbelicht, en de projecten zijn vaak veel van hetzelfde. Het betrekken van de een leidt zo tot het vervreemden van de ander.

Zonder éénduidige bestuurlijke verantwoordelijkheid, zonder bredere strategie, zonder normen, en zonder de mensen die het allemaal moeten uitvoeren, blijft Rotterdam-Zuid het slachtoffer van de subsidiemaffia, bestuurders die daadkracht willen uitstralen maar de problemen niet uitroeien en vooral een stuitend gebrek aan fantasie, lef, visie en perspectief, en dat heeft alleen maar een averechts effect: dan heeft het de belastingbetaler alleen maar geld gekost, en heeft die er extra cynisme voor teruggekregen.  En daar is nu juist geen gebrek aan.

Geef een reactie

Your email address will not be published.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Nieuwste van Blog

Nogmaals: Helderheid

Het Helderheidplein wordt officieel Helderheidplein 🙂 Vanaf het begin van de jaren ’80 was ik, scholier…