Oud mopje:
Een pastoor en een rabbijn staan met
elkaar te praten. “Ik had laatst een visioen van de joodse hemel,”
zegt de pastoor. “En, hoe was het er?” vraagt de rabbijn. “Man,
wat een chaos. Overal troep, overal kabaal, overal schreeuwende
en gebarende mensen. Dat was niet mooi meer…,” zegt de pastoor.
“Grappig,” zegt de rabbijn, “want ik had laatst een visioen van
de christelijke hemel.” “Vertel eens,” zegt de pastoor.
“Nou, heel anders,” zegt de rabbijn: “Het was er oogverblindend
mooi. Het staat daar vol met kathedralen van goud en zilver en edelstenen. Alles
even proper en netjes en oases van rust ook…” “En de mensen?”
vraagt de pastoor. “Mensen?” zegt de rabbijn, “mensen? Nee, die
waren er niet.
Het Zuid-Hollandlied:
Zuid- Holland met je weiden en ‘t grazende vee,
Je molens, je duinen, je strand en je zee,
Je plassen en meren, aan schoonheid zo rijk,
Je grote rivieren, betoomd door de dijk,
Je akkers met graan, waar de wind overgaat,
Je bloembollenvelden in kleurig gewaad!
Aan jou o, Zuid- Holland, mijn heerlijk land, mijn heerlijk land,
Aan jou o, Zuid- Holland, heb ik mijn hart verpand!
Volgens de schrijver van ons eh… volkslied lijkt Zuid-Holland op de
Christelijke hemel: mensen komen er niet in voor. Dat kan vast beter. In het kader van de Hollandmaand is een wedstrijd uitgeschreven voor een lekker Hollands lied. Het mag ook een rap zijn. Doe daar aan mee.