Eind vorige week was ik op een prachtig kasteel in Engeland om met deelnemers aan een terugkomdag van het Leeds Castle Leadership Programme van het Engelse Local Leadership Centre te werken aan meer kwaliteit in het Engelse lokale bestuur.
Er was een aardig verhaal van Gerry Stoker: er zijn vier tests waarmee je beleid kan testen:
- De Koning Knuttest
- De Big Brothertest
- De Idiotentest
- De publiek-belangtest
Koning Knut leefde in de 11e eeuw en heeft zich onder andere beroemd gemaakt door in de zee te gaan staan en de golven te commenderen dat ze zich terug moesten trekken. Hij wou hiermee aantonen dat zijn macht beperkt was. De Koningknuttest is niets anders dan de overheid de vraag te stellen “Hou je je met zaken bezig die ertoe doen?”. Ofwel: is wat de overheid doet relevant?
De Big-Brothertest gaat erover dat overheidsbeleid niet te veel dwingend aanwezig moet zijn. Mensen moeten niet het gevoel krijgen dat ze opgejaagd worden of almaar gecontroleerd. De vraag die over beleid gesteld wordt is “Laat het genoeg vrijheid?”.
De idiotietest gaat over de vraag of de overheid uberhaupt wat voor elkaar krijgt. Het komt wel eens voor dat overheidbeleid een verkeerd effect heeft of helemaal niet van de grond komt. De vraag die aan gesteld wordt is “Werkt het?”
De Publiek Belangtest gaat erover of het beleid in het belang is van de gemeenschap. Dat wordt onder andere afgementen aan de betrokkenheid van de mensen waar het over gaat. De vraag die gesteld wordt is “Zijn de voorgestelde veranderingen democratisch gelegitimeerd?”.
Nu komen al deze vier vragen ergens vandaan. Het zijn vragen die voorkomen uit eisen die aan de overheid gesteld worden. De eerste vraag vraagt de overheid relevant te zijn. De tweede vraagt burgerlijke vrijheden te respecteren. De derde vraag aan een overheid competent te zijn, en de laatste vraagt om democratische representatie en een publiek debat.
In Engeland schommelen de opkomsten bij lokale verkiezingen rond de 30%. Er kan daar dus nog wel wat gebeuren, zeker wat betreft de laatste vraag.
Maar ook in Nederland is de betrokkenheid bij de lokale politiek wisselend. Zaterdag gaf ik een workshop op de trainingsdag van het CLB. Ongeveer 100 gemotiveerde lokale politici, bestuurders en geinteresseerden uit Zuid-Holland. Ik gaf een workshop over wethoudersbenoemingen, naar aanleiding van het rapport van de commissie Pattje, waar ik deel van uitmaakte. De belangrijkste conclusie van dit rapport, namelijk dat afdelingen een procedure moeten hebben om wethouders te benoemen is door het congres overgenomen.
De sfeer was goed en energiek. Ik ging er met een goed gevoel weg: dan nog even naar de Stadsconferentie van de Afdeling Den Haag. Een meer dan halflege zaal luisterde daar naar Thijs Berman. Weinig discussie en al even veel inspiratie. Op weg naar huis realiseerde ik me dat die vier tests op zich interessant zijn, maar voorbij gaan aan waar we nu allemaal zo veel behoefte aan hebben: inspiratie en goede ideeën. De inhoud blijft toch het belangrijkst!