IM Johanna Baruch

851 views
3 minuten leestijd
Start

Vandaag 113 jaar geleden werd in het Duitse Oldersum mijn grootmoeder, Johanna Baruch geboren. Ik heb geen idee wat haar ouders in Oldersum zochten. Haar vader, Abraham Baruch, die zich Adolf Baruch noemde, kwam uit Bellingwolde dat er niet ver vandaan in Nederland ligt; haar moeder, Bertha Jacobsohn uit Sudheim wat ten noorden van Göttingen ligt. Bellingwolde is de bakermat van de Nederlandse Baruchs; aan het einde van de 18e eeuw kwamen ze er wonen, maar tussen 1902 en 1906 vertrokken ze bijna allemaal. Ik denk dat Abraham in Oldersum een slagers- of veehandelsbedrijf wilde opzetten. Naar verluid kreeg Berta heimwee naar Duitsland; het gezin woonde op meerdere plaatsen in Göttingen; als laatste op de Dustere Strasse 10. Johanna werkte als kokkin en schoonmaakster in Nederland. Ik weet helaas niet veel van haar leven; zoals de meeste mensen van haar generatie wilde ze ons niet belasten, en de meeste verhalen waren niet vrolijk. Pas na het overlijden van mijn moeder, bijna een jaar geleden, vond ik de fotoboeken die ze voor ons verborgen hielden: vrolijke kiekjes van vakanties en uitstapjes naar familie in Pattensen, Hamburg, Weggis am See, Scheveningen. Vrolijke, lachende mensen; bijna zonder uitzondering vermoord in Auschwitz of Sobibor.

Een paar verhalen: toen ze 18 was, ging ze eens naar Amsterdam. Haar vader riep haar bij zich en waarschuwde haar voor Amsterdam, waar “veel ondeugende meisjes” woonden, waarop mijn grootmoeder vroeg of die meisjes dan veel logen. Toen haar ouders naar Nederland vluchtten (eerst naar Deventer, toen Twello), woonde ze, in tegenstelling tot haar zus Hella, al niet meer thuis.

Abraham Baruch en Berta Jacobsohn zijn op 29 november 1933 ingeschreven in het bevolkingsregister van Voorst. Ze komen dan uit Deventer, Rijkmanstraat 16. Ze gaan wonen op adres Twello J 359. Zoon Kurt, komend uit Amsterdam, Mercatorstraat 163 III, is ook op op 27 november 1933 op dit adres ingeschreven. Op 12 april 1934 volgt Martha Baruch en op 1 september 1934 ook haar zus Hella. Dit adres is het huidige adres Lindelaan 4. De Lindelaan ligt aan de overkant van het spoor bij de spoorwegovergang in de Holthuizerstraat.

Op 15 juni 1935 verhuist het echtpaar Baruch naar Twello L 35 b1. De kinderen zijn dan al vertrokken . Op adres L 35 b1, dat in de omgeving van het huidige adres Korenmolenweg 12 gesitueerd moet worden, blijven de Baruchs tot 24 september 1936 wonen. Het toenmalige huis bestaat niet meer: de Baruchs waren de laatste bewoners. In 1936 is er in de omgeving van het oude huis een nieuw huis gebouwd: Kolenmolenweg 12. Op 24 september 1936 verhuizen Abraham Baruch en Berta Jacobsohn naar het Tuindorp, eerst naar J 188, dat is (was) Tuindorp 8 en op 3 mei 1937 naar J 192, Tuindorp 12. Amanda Jacobs-Jacobsohn komt op 21 november 1940 bij hen wonen. Tuindorp 12 is het adres vanwaar ze naar Westerbork zijn gedeporteerd.

Op enig moment (ik weet niet precies wanneer) is Johanna in Engeland terecht gekomen waar ze als kokkin werkte. In Londen maakte ze de “The Blitz“mee, en ik kan me herinneren dat het haar telkens als ze daarover sprak, erg aangreep. In Londen werd ze zwanger van ene Heinz Weinberger, die -als Jood en communist-  uit Dresden gevlucht was. Misschien dat haar broer Friedel, die voor de Roode Hulp politiek commissaris was, daar instrumenteel in was. Heinz Weinberger, die zijn naam veranderde in Henry Young, trouwde echter niet met haar; hij had een ander “moetje” en mijn moeder en haar oudste halfzus schelen dan ook maar 11 dagen. Henry/Heinz trouwde met Ruth Laupheimer uit Ulm, die nog steeds in Londen woont, en op dit indrukwekkende filmpje haar verhaal vertelt.

Na de Tweede Wereldoorlog keerde Johanna terug naar Nederland. Haar twee broers leefden nog; de ene was betrokken geweest bij de illegale “Waarheid”; de andere had ook in het verzet gezeten; eerst in Amsterdam, later in Deventer. Een zus was naar de VS gevlucht, en er waren er nog twee neven. In Palestina woonde nog twee neven. Verder was iedereen dood en alles verloren, vernietigd of gestolen.

Via een advertentie in De Waarheid waarin een huishoudster werd gevraagd kwam ze in Lochem bij ene Gerrit Hoffmeijer terecht, waar ze mee trouwde. In 1946 stond ze op de trein te wachten en raakte met iemand in gesprek; toen die haar vroeg of ze soms uit Duitsland kwam, antwoordde ze met een hartstochtelijk “Nein”. Haar Duitse accent is ze nooit kwijtgeraakt. Voor het eerst in 1949 zei iemand tegen haar dat dat gejammer van de Joden over de Tweede Wereldoorlog nu eens afgelopen moest zijn.  Ze is tot het begin van de jaren ’80 in Lochem blijven wonen, en daarna naar Palenstein in Zoetermeer verhuisd.

De treinreis uit Westerbork duurt drie dagen. Het elfde transport van Westerbork naar Sobibor vertrok op 11 mei 1943. In de trein bevonden zich 1446 mannen, vrouwen en kinderen, waarvan er één Sobibor zou overleven. Abraham en Berta zijn beiden op 14 mei 1943 in Sobibor vermoord; Hella was eerder in onderduik in Amsterdam verraden en was een maand eerder, op 9 april 1943 eveneens in Sobibor vermoord. Johanna overleed in het Academisch Ziekenhuis in Leiden op 10 oktober 1986. יהיה זכרם לברכה

8 Comments

  1. Hi Robbert, wat een heftig verhaal…heb het doorgelezen;

    maar een vraag;
    als het je grootmoeder is; was haar meisjesnaam Baruch, heette haar Engelse kind dan Baruch, is dat je vader en stam jij daar dan van af? Kreeg zij nog meer kinderen en met hoeveel zijn jullie als jouw tak van Baruch familie?
    Want dat stukje las ik in dit verhaal niet terug.

    groet gonny

  2. Beste Robbert,

    Het is weer een tijd geleden dat we elkaar hebben gezien. Veel dank voor jouw bericht. Dit is een stuk geschiedenis en we moeten het levend houden. Heel veel dank dat je dit deelt!
    Ik hoop je weer eens te zien.

    Allerbeste,

    Shea

  3. Indrukwekkend. Ook hoe de familie de laatste eeuw leefde en probeerde te overleven.
    Evenzeer vind ik het begin interessant. Want door mijn contacten in Duitsland kom ik nog wel eens in door Oldersum. Het plaatsje ken ik dus, maar daar houdt het op. Een volgende keer zal ik er wellicht stoppen en misschien het plaatselijk kerkhof bezoeken. Daar vind je vaak de geschiedenis van een dorp. En dan je relatie met Bellingwolde; ik vind het nog steeds één van de mooiste dorpen van de provincie Groningen en kom er graag. Misschien omdat er een gedeelte van mijn roots liggen, want de familie van mijn moeder komt daar van oorsprong vandaan. Er wonen nog nazaten van mijn overgrootouders. Niet dat er nog contacten zijn.
    Vorenstaande maakte dat jouw verhaal over je familie me aangreep en mij deed terugkeren naar de jaren van mijn jeugd toen we nog heel vaak afreisden naar Bellingwolde.
    Dank voor je verhaal en ook in Bellingwolde zal ik aan dit verhaal terug denken.

    Hartelijke groet,
    Rikus Jager

  4. Zoals je weet, Robbert heb ik je grootmoeder ,tante “Hanna” goed gekend. Ze kwam heel vaak bij ons en ik kwam haar vaak opzoeken op t Tuindorp in Lochem. En het was niet omdat ze een eenzame oude vrouw was. Ze was alleen, maar had een leven voor haarzelf opgebouwd. Een intelligente, ontwikkelde vrouw met heel veel gevoel voor humor. Met een grote boeken kennis en liefde voor klassieke muziek, was een diamant die schitterde maar niet werd gezien, niet ontdekt als zodanig door haar omgeving. Haar sterk Duitse accent en grammaticale vergissingen werkte dat imago tegen. Ze introduceerde me tot Heinrich Heine, Virginia Woolf en andere Engelse schrijvers. Ze liet me luisteren naar Paul Robson en Porgy and Bess en leerde me kijken naar Chagall . Ze probeerde echter niet om haar communistische ideologieen direkt op te dringen al had ze het wel eens over het proletariaat en allerlei dogma’s die op mij geen invloed hadden. Ze werkte zich een ongeluk in de wasserij, uit principe om aan te tonen dat zij lijfelijk een deel uitmaakte van de werkende klasse. Daar ging ze vaak de strijd aan met de directie voor reeele of overdreven eisen. Ik herinneren me niet meer of de baas erop in ging of hij in haar een geduchte tegenstandster vond of dat hij met een glimlach en interesse haar argumenten verdroeg. De indruk dat me bij is gebleven dat het beide was. Met mijn vader ging ze altijd in debat. Die nuchter als hij was, had er plezier in om haar een beetje opstang te jagen en trok hard van leer. Maar haar gevoel van humor en vooral op latere leeftijd de betrekkelijkheid leerde inzien van wereldse zaken overwon en werd de strijd altijd bijgelegd. Hij herhaalde de slogan van zijn oom Arthur Hoek de directeur van Gerzon Nederland “wie als jongeling geen socialist is heeft geen hart, wie als volwassene dat nog is heeft geen verstand”; het was voor haar duidelijk waar hij stond maar accepteerde dat niet altijd. Bijna iedere shabbat kwam ze bij ons eten en genoot van mijn moeder’s “kookkunst”, ook jouw moeder Pinny kwam graag voor shabbat bij ons. Ze was er best emotioneel over, maar moffelde dat later weg door wat cynische opmerkingen. Ze was in veel opzichten beinvloed door haar moeder’s ideologieen. Maar minder gebonden aan een bepaalde partij. Beiden geloofden in de gelijk(waardig)heid van de mens, maar konden vlijmscherp zijn tegenover degenen die er heel anders over dachten. Soms leidde dat zelfs tot vijandschap. Ze waren beiden heel Joods wat betreft het lijden van het Joodse volk en vooral de Shoa verbond ze daarmee. Ze probeerden goede mensen te zijn en dat had wat hen betrof niets te maken met wat de Joden echt samen bindt: de Tora, de Tenach en het Joodse Land.
    Ik bewaar mijn goede herinneringen aan hen en heb het in mijn hart een plekje gegeven.

  5. Dag Robbo,
    Indrukkend verhaal en goed historisch graafwerk. Zo mag je oude ‘guru’ het graag zien. Maar ik heb nog wel een vraag: heb ik je commentaar op de uitermate vergoelijkende en sussende reacties op wat ik maar kortheidshalve “ Zwaansdijk” noem gemist?
    Zo ken ik je nou weer niet……

Geef een reactie

Your email address will not be published.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Nieuwste van Blog

Nogmaals: Helderheid

Het Helderheidplein wordt officieel Helderheidplein 🙂 Vanaf het begin van de jaren ’80 was ik, scholier…