het is Sukkot, het Joodse feest waarbij herdacht wordt dat onze voorouders veertig jaar “onbeschermd, maar beschermd” door de woestijn liepen en ’s nachts in hutjes sliepen. Veel mensen maken een hut (Soeka) waar ze gasten ontvangen, eten (natuurlijk) en soms zelfs slapen. We leggen aan onze kinderen uit dat toen er een tempel in Jeruzalem stond iedere zeven jaar de Joodse Koning, zoals bevolen staat in Deuteronomium stukken uit de Thora voorlas. In de prachtige tekst van de Statenvertaling:
10 En Mozes gebood hun, zeggende: Ten einde van zeven jaren, op den gezetten tijd van het jaar der vrijlating, op het feest der loofhutten.
11 Als gans Israël zal komen, om te verschijnen voor het aangezicht des HEEREN, uws Gods, in de plaats, die Hij zal verkoren hebben, zult gij deze wet voor gans Israël uitroepen, voor hun oren;
12 Vergadert het volk, de mannen, en de vrouwen, en de kinderen, en uw vreemdelingen, die in uw poorten zijn; opdat zij horen, en opdat zij leren, en vrezen den HEERE, uw God, en waarnemen te doen alle woorden dezer wet.
13 En dat hun kinderen, die het niet geweten hebben, horen en leren, om te vrezen den HEERE, uw God, al de dagen, die gij leeft op het land, naar hetwelk gij over de Jordaan zijt heengaande, om dat te erven.
Maar dat laatste leidt tot problemen. Voor kleine kinderen is “vroeger” “vroeger”. En of iets drieduizend, driehonderd of dertig jaar geleden gebeurde is iets abstracts. Als we in het voorjaar weer Poerim vieren en vertellen over een leider die Joden wilde vermoorden, moeten we er goed op letten dat we het verhaal in het juiste perspectief plaatsen, en uitleggen dat de parabel van het Boek Esther zich héél, héél lang geleden afspeelde, maar die andere leider die Joden wilde vermoorden “slechts” héél lang geleden was.
En als ze bang zijn, kunnen we zeggen dat dat écht niet hoeft. Want het is allemaal lang geleden.
En toch…
Update: De Haagse supporters hebben hun excuses aangeboden. Netjes en verstandig.
Mooi blog, met mooie afsluiter.