Enige tijd geleden heb ik samen met CDA en VVD vragen gesteld over de benoeming van waarnemend burgemeesters door de Commissaris van de Koningin. Statenbreed leeft immers de wens dat een herindeling alleen van onderop (op initiatief van de gemeente) moet plaatsvinden. Door nu, tegen de wens van een gemeente in, een waarnemend burgemeester te benoemen, wek je de indruk dat je toch een herindeling probeert te forceren. Er is nog iets aan de hand: doordat de CdK hier veel meer bewegingsvrijheid heeft, is de democratische controle kleiner. Problemen worden niet in het openbaar besproken, maar met een bestuurlijk middel aangepakt. En hoe moet je het aanstellen van een waarnemer anders interpreteren dan een poging om toch je bestuurlijke mogelijkheden aan te wenden om je zin door te drijven?
Volgende week gaan we in vervolg op de vragen, en naar aanleiding van de stopzetting van de herindelingsprocedure in de Hoekse Waard het college ondervragen, en misschien wel een opdracht meegeven. Vanavond hadden we daar een woordvoerdersoverleg over, en fractievoorzitter Martin Huls kwam met de volgende:
Na een werkbezoek van Jan Franssen
heeft de burgemeester minder kansen!
Dat durven we nu alleen maar te zeggen omdat koning Jan I (zoals hij stiekem ook wel eens genoemd wordt), zich in China bevindt, hoor.
