“Wassenaar wil niet fuseren” staat in het AD van vandaag. Commissaris van de Koningin Jan Franssen is er langsgeweest en heeft het met ze besproken. Wél samenwerken, maar niet fuseren met Voorschoten. En in Voorschoten zullen ze er weinig anders over denken.
Als Statenlid heb ik me hier intensief mee beziggehouden. Herindelingen, zo was ons standpunt in de vorige periode, moesten van ónderop komen. Als de inwoners het niet wilden, ging het niet door. Dit standpunt was vooral ingegeven door onderzoeken in de Hoekse Waard, waar in sommige steden bij een opkomst van 80% eenzelfde percentage tegen herindelingen was. En een ijzersterke waarheid als een koe in de politiek is dat áls je mensen om hun mening vraagt, daar wat mee moet doen.
Tegelijkertijd is er wat anders aan de hand. Je ziet dat veel gemeenten hun taken niet meer aankunnen. Er ligt zó veel bij de gemeenten op het gebied van zorg, ontwikkeling en beheer, dat het vaak ondoenlijk is om voor al die taken voldoende mensen in te huren. Dat gaat ten koste van de kwaliteit.
Vaak werken gemeenten dan samen om bepaalde dingen aan te pakken. Maar een andere politieke waarheid als een koe zegt dat als er meerdere partijen ergens verantwoordelijk voor zijn, niemand er verantwoordelijk voor is, dus dit gaat soms óók ten koste van de kwaliteit, en vaak ten koste van de democratische legitimering: als het fout gaat, is het vaak niet mogelijk er iemand verantwoordelijk voor te stellen.
Vandaar dat Jan Franssen een sterk punt heeft als hij naar gemeenten gaat om ze te bewegen tot fusie. De afgelopen jaren zijn er dan ook veel gemeenten gefuseerd. Teylingen, Katwijk, Zuidplas. Onmiskenbaar zijn verdienste. Soms met wat meer, en soms met wat minder tegenzin zijn de gemeenten ermee akkoord gegaan.
De argumenten tegen herindelingen zijn vaak dezelfde: “zij zijn anders…. het stadhuis komt zo ver weg… de afstand tussen burger en politiek wordt vergroot…”.Vaak meer gebaseerd op emotie dan op ratio. Maar, en dat is ook een politieke waarheid als een koe: emoties zijn óók feiten. Politieke feiten.
Maar uiteindelijk moet het de politici gaan om de vraag “wat levert het de inwoners van mijn gemeente op?”. En dan is het maar al te vaak zo dat heel basale zaken, zoals zorg, beheer en ontwikkeling op een wat grotere schaal beter aangepakt kunnen worden.
Politici moeten dan ook serieus kijken naar fusiemogelijkheden. Ze moeten daarbij het belang van de inwoners voorop stellen. Niet van de naam van de gemeente, niet de traditie, en zeker niet hun eigen functie.