Kijk uit voor Antillianen! En voor daadkracht.

Lang geleden had ik een aanvaring met Ed. van Thijn. Het was tijdens een bijeenkomst van het Genoorschap voor Joodse Wetenschap waar hij het had over multiculturaliteit en respect, en het ging over tramlijn 11 in Den Haag. Hoewel ik het grotendeels met hem eens was, vond ik wel dat zaken bij hun naam genoemd moesten worden.

Als regelmatig tramgebruiker kon ik uit ervaring zeggen dat tram 11 regelmatig belaagd werd door Marokkaanse jongetjes. Geen Urker vissers, geen Belzer chasidim, geen Javaanse mosselvangers maar Marokkaanse jongetjes. En aangezien ik vond (en dat vind ik trouwens nog steeds) dat politieke taal en daden nooit in kunnen gaan tegen gezond verstand en eigen waarneming vond ik dat we dat ook moesten kunnen zeggen. Wie het ontkent, ontkent immers niet alleen de werkelijkheid (zodat de problemen natuurlijk nooit opgelost kunnen worden: ze bestaan immers niet), maar ook de terechte klachten van mensen die er last van hebben.

Maar toch.

In Rotterdam is onlangs een folder verspreid waarin over Antilliaanse mannen staat:

Deze mannen veroorzaken overlast voor de buurt en hebben vaak ook met drugsoverlast te maken. De politie houdt ze extra in de gaten. Als ze worden opgepakt, krijgen ze speciale begeleiding in de vorm van straf en/of hulpverlening.

En inderdaad: in Tarwewijk, maar ook op Katendrecht is nogal wat overlast van Antillianen. Niet van Urker vissers, Belzer chasidim, of Javaanse mosselvangers. Wie dat ontkent doet onrecht aan de werkelijkheid. Als je zegt dat het niet bestaat, kan je het niet aanpakken. Als je niet laat merken dat je het ook weet, voelen al die mensen die zich hierdoor bedreigd worden, niet erkend.

Het is dan ook goed dat er in Rotterdam een Antillianenaanpak is, waar regelmatig over geschreven wordt en die een breed gedragen wordt.

Maar het lijkt erop alsof de Stadsmarinier in zijn daadkracht toch net iets te ver is gegaan. Je zou namelijk kunnen concluderen dat hij het heeft over alle Antilliaanse mannen. En dat klopt niet. Er zijn ook Antilliaanse mannen die gestudeerd hebben en op een kantoor werken en helemaal geen tijd hebben om rond te hangen in Tarwewijk of op Katendrecht. Er zijn zelfs Antillianen die rondhangen en helemaal niets kwaads in de zin hebben.

De andere kant is de reactie van de Antilliaanse vereniging:

“Je moet niet een hele groep benoemen als overlastgevers. Dat is stigmatiserend en werkt discriminatie in de hand”, Het orgaan gaat actie ondernemen. ”Het gaat ten slotte om onze grondrechten”

Actie? Grondrechten? Ook dat is een reactie die in haar daadkracht te ver gaat. Er is wel degelijk een groot probleem met Antilliaanse mannen in Rotterdam. Wie dat ontkent… etc.

Het zou de Antilliaanse vereniging sieren de Stadsmarinier deze verschrijving te vergeven, en het zou de stadsmarinier sieren te zeggen dat hij het niet zó bedoeld heeft als het gelezen (en misschien wel geschreven) is. 

Nuance. Matigheid. Maar niet ontkennen dat dat wat bestaat, bestaat. Redelijkheid en gezond verstand gebruiken. En niet ontkennen dat dat wat bestaat bestaat.