Vandaag de nationale parlementaire ontmoetingsdagen gevierd als beginnetje van de nationale parlementaire hangdagen: de borrels en bijeenkomsten rondom de aanbieding van de miljoenennota en de daarop volgende algemene politieke beschouwingen. Ieder jaar weer een fascinerend ritueel waarbij actie en lethargie elkaar afwisselen. Aan de ene kant heb je de reacties op de begroting die soms voorspelbaar zijn maar waar soms veel mensen van alles in willen veranderen en proberen daar draagvlak voor te krijgen een gezoem van jewelste; aan de andere kant een wat verveelde uitstraling van de kamer omdat er natuurlijk heel veel gezegd wordt waar je niets mee te maken hebt. Biedt ruim kans om eens lekker met elkaar te zwetsen.
Als aftrap vandaag dus de verschillende prinsjesdagbijeenkomsten en -borrels: de beroemdste -in populariteit wedijverend met de jaarlijkse parlementaire barbecue-: de VNO-NCW-borrel. Het was er erg gezellig. Kamerleden, het bedrijfsleven en heel veel oude en nieuwe bekenden. Ik moet bekennen dat ik toch wat chagrijnig thuis kwam: een partijgenote was erg boos op me om iets wat ik een jaar of 4 geleden tegen haar had gezegd en ze had alle moed gevonden om me eens fijn uit te doeken te doen wat er volgens haar allemaal mis met me was. Informatie waar ik niet veel mee kon; ik kon me haar niet herinneren, noch wat ik tegen haar gezegd had, maar dat zal wel onderdeel zijn van de pathologie.
En dat terwijl er donderdag een boek uitkomt waar ik in voorkom, en waar ik ook al gemengde reacties op krijg. Jutta Chorus verbleef anderhalf jaar in de Afrikaanderwijk, juist toen ik er bestuurder was, en beschreef wat er gebeurde in het boek Afri. Ik heb het boek nog niet gelezen (het wordt donderdag pas gepresenteerd), maar van mensen die dat wel hebben gedaan hoor ik verschillende verhalen: het hoofdstuk waar ik in voorkom draagt de titel Fuck You en het gaat onder andere over kipshoarma en het feit dat ik te dik ben. Volgens sommigen kom ik oprecht en kwetsbaar over, maar anderen menen er een arrogante dweper met de groten der aarde in te herkennen, en wijzen daar weer op. Och, denk ik dan, je moet niet alles geloven wat ze over je zeggen.
Politiek is mensenwerk. Mensen hebben hun eigenaardigheden en maken fouten. De meeste mensen die politiek bedrijven zijn gedreven, betrokken en geloven dat ze wat kunnen bijdragen en verbeteren en veranderen. Het is zo verschrikkelijk makkelijk om elkaar de maat te nemen en elkaars integriteit te betwijfelen of zelfs te ontkennen. Tegelijkertijd sloopt dat iedere motivatie en kan het mensen bang maken om als mens politiek te maken, risico´s te nemen, iets te durven of oorspronkelijk te zijn.
Politiek moet gaan over dingen bereiken, maar ook over het beste in elkaar naar boven halen om het beste in de politiek naar boven te halen. Politici en zij die in de buurt van de politiek er een bijdrage aan moeten leveren moeten daarom alleen al ophouden met het uitdelen van zwarte Pieten en het zoeken naar zondebokken.
Daarom zijn die borrels en zwets- en hangdagen ook zo prettig: politici worden er weer mens van.