Op 10 februari 2018 overleed in Podkowa Lesna mijn vriend en leraar Michel Korzec. In de jaren ’90 was ik zijn assistent. Ik herinner hem met respect, liefde, een beetje medelijden, en een glimlach.
Michel Korzec was docent empirische politicologie in Leiden toen ik er studeerde. Ik kende hem al, en zijn reputatie. Immers, zowel mijn moeder als een achternicht hadden een relatie met hem gehad, en me voor hem gewaarschuwd. Maar ze waren niet de enigen. Studenten sidderden voor hem. Geniaal, maar knetter. Hij gaf een vak over Chinese politiek, en verwachtte dat studenten minimale kennis opdeden van het Chinees. Hij gaf tentamens terug die naar kattenpis roken. Als hij ze al teruggaf. Collegadocenten roemden zijn intelligentie, maar gaven af op zijn gedrag.
Op een dag sprak ik hem aan: ik zei hem dat ik foto’s had gezien van het huwelijk van mijn ouders waarop hij joints uitdeelde aan de gasten. “Dat ontken ik ten stelligste!”, was zijn antwoord, en vervolgde: “maar het zou wel waar kunnen zijn”. Ik ging college bij hem volgen en, mede gezien de familiebanden, spraken we elkaar vaker.
Op enig moment had hij een assistent nodig en hielp ik hem met allerlei klusjes. Het werd een interessante tijd. Net die tijd maakte Michel samen met Theo van Gogh een film over Jerzy Urban. Michel vroeg mijn advies over de door hem en Theo bedachte eindscene, waarin Jerzy Urban verkleed als Paus over een bed zou kruipen met ettelijke prostituees. Ik ging mee naar besprekingen met Theo, en af en toe met andere ontmoetingen. Op een dag pikte Michel me thuis op om een belangrijke Rus te ontmoeten. De man in kwestie had een stuk geschreven en de vraag was of ik het onderweg kon vertalen, want het was in het Hebreeuws geschreven, en volgens Michel was ik die taal machtig. Dat was wat overdreven, maar een bijkomend probleem was dat de tekst niet in het Hebreeuws, maar in het Jiddisch geschreven was. Praktisch hetzelfde, volgens Michel. In Amsterdam aangekomen had ik drie regels met moeite vertaald, en volgde er een onnavolgbaar gesprek in veel talen, terwijl Michel een sigaret tussen bovenlip en neus geklemd had en yoga-oefeningen deed.
Op een andere dag zouden we samen een artikel schrijven voor Elseviers Weekblad. We hadden om een uur of 4 ’s middags afgesproken in zijn appartement op de Brouwersgracht in Amsterdam. Ik had braaf mijn research gedaan, en kwam op het afgesproken tijdstip binnen. Michel had alvast wat gerookt en wat warrig. Na een uurtje gebabbeld te hebben, moesten we maar eens wat gaan eten vond hij. We liepen naar de Nieuwmarkt waar hij in zijn favoriete Chinees pens bestelde. Om kort te gaan: tegen een uur of 5 ’s ochtends was het stuk af.
Intellectueel gezien de meest interessante periode was toen hij een archief had gevonden in Japan. Stalin en Mao schreven elkaar briefjes, maar vertrouwden de vertalers niet, en als controle werd alles in het Japans vertaald. Het archief van die notities lag in Japan. Michel wilde dat ik met hem er naartoe ging. Zelf had hij al Japans geleerd, en hij verwachtte van mij dat ik hetzelfde deed.
Af en toe was Michel in een slechte bui. Dan vroeg hij de sleutels van mijn studentenkamer om daar wat te rusten. Het is een paar keer gebeurd dat ik hem dan slapend in mijn bed aantrof; meestal was er dan geen drank meer in huis. Manisch depressief. Verschrikkelijk. “Ik ben minder dan een worm, jonge vriend” zei hij. “Ik kan niets en ben waardeloos”. En: “je weet toch dat ik je vader ben?”.
Onhandelbaar. Ik heb hem nog een paar keer in Polen bezocht. Soms wilde ideeën over het onderhouden van harems, handel met China, Rabbijn worden. Hij schreef er zijn Habilitation en werd er hoogleraar. Soms alleen verdrietig mijmerend, en dan weer de hardwerkende intellectueel die hij eigenlijk was. Rücksichtslos ging hij voor de werkelijkheid en zijn mening. Mensenrechten? Onzin op stelten. Joris Ivens was een gevaarlijke dweper met totalitaire regimes. Feilloos en ongeduldig legde hij me uit wie er allemaal niet deugden. Een korte carrière als diplomaat voor Polen in China werd niet wat men er van verwachtte. Michel vond dingen en zei dingen. En dat vond niet iedereen fijn, vooral omdat hij vrijwel altijd gelijk had. Al eerder wilde hij eens onderzoeken of de holocaust feitelijk mogelijk was; het kwam hem op steun van fascisten te staan. Het interesseerde hem niet. Kennis, feiten. Daar ging het om. Orde scheppen in de chaos van de geschiedenis. In kennis. In zijn hoofd.
Het was niet makkelijk om met Michel bevriend te zijn, maar ik heb veel van hem geleerd. Volgens Bart Tromp was de studie Politicologie in Leiden “een cursus waar je een beetje leer lezen en een beetje leert schrijven”. Lezen heb ik van Tromp geleerd; schrijven van Korzec. Feiten zijn belangrijk. En op basis van feiten: meningen. Niet op basis van wat je meerderen vinden. Niet op basis van politieke conventies. En zeker niet op basis van wat er in de pers geschreven staat. Want er is iets hogers dan vriendschap, liefde en de conventie: de waarheid.
Ik herinner hem met dit alles, en de tekst van zijn antwoordapparaat: “Dit is de automatische antwoordapparaat van Michel Korzec. Spreekt uw boodschap in… achter de piep”.
Michel Korzec. Vriend en leraar.
יהיה זיכרונו לברכה
NB: zie ook deze necrologie in NRC en deze in de Groene Amsterdammer.
Ja, een briljante man. Ik las zijn analyses altijd met interesse en instemming. Ook als hij absurde stellingen verdedigde. Wat eigenlijk altijd het geval was, wat zijn stellingen juist extra plausibiliteit gaf.
Wat een mooi stuk, dank hiervoor. Ik heb Michel gekend uit mijn Leidse studietijd en hield daarna contact toen ik naar Polen verhuisde. Ik weet niet precies meer in welke fase van zijn carrière (was hij toen diplomaat voor Polen?) hij ineens voor mijn neus stond, ik werkte toen op de Nederlandse Ambassade in Warschau. Hij was niet alleen, maar samen met een zekere Theo van Gogh wiens film “06” die dag in Warschau getoond werd. We hielden contact en soms nodigden Jadwiga Staniszkis en hij ons (Włodek, mijn toenmalige Poolse partner) en mij uit voor een middagje Podkowa Leśna. Het contact ging jammergenoeg verloren. Theo van Gogh en Włodek zijn er al jaren niet meer, maar ik vermoed dat ze nu ongeduldig en met dozen vol sigaretten op Michel zitten te wachten.
Dank voor de fraai beschreven herinneringen. Ik voerde in de jaren tachtig met hem acties uit ter ondersteuning van oppositie in Oost-Europa en deed gelijke ervaringen op.
Mooi geschreven Robbert! Verdrietig nieuws met glimlach gelezen.
Wij zijn jullie zeer erkentelijk voor het delen van deze herinneringen.
Wij zijn jullie zeer erkentelijk voor het delen van deze herinneringen.
Ik heb Michel vluchtig leren kennen. Ik kwam als journalist (van Apeldoornse Courant, maar daardoor ook Persunie voor regionale dagbladen) op zijn spoor na een bericht over de opriching van een onafhankelijke vakbond (KOR) in Polen. Door dat contact was ik vanaf het begin getuige van het ontstaan van de Poolse vakbond Solidarnosc en daarmee van de onafhankelijkheidstrijd van de Oostblokstaten. Michel heeft een grote invloed gehad op mijn ontwikkeling als algemeen verslaggever met belangstelling voor Oost-Europa en de Sovjet-Unie. Daar blijf ik hem dankbaar voor.
[…] is zaterdag jongstleden overleden, iets wat ik ook alleen maar terloops verneem, via dit bericht. Dat dit zo in mediastilte kan gebeuren vind ik behoorlijk erg. Maar het is hier bij dezen dan ook […]
Michel en ik schreven een keer samen een artikel op het nieuwste van het nieuwste: de kaypro 2. Michel wist alles van computers zoals hij alles over alles wist. Hij wist ook hoe je moest schrijven.
Bij een zin van mij bleef hij steken. Na een lange tijd van zwijgen zei hij: je hebt gelijk, maar het is niet interessant.
Hij was wel altijd interessant.
Wat een briljant, autonoom mens was hij. Met belangstelling voor de hele wereld. Hij sleepte je daarin mee. Vaak denk ik aan uitspraken van hem. Verdrietig te horen dat er geen nieuwe bij zullen komen. Ik hoop dat ooit iemand zijn biografie schrijft.
Dag Robbert, ik lees jouw in memoriam voor een goede vriend. Voor mij heb je Michel Korzec met je mooie stuk tot leven gebracht. Ik las vandaag ook de necrologie in NRC en bedacht, waarom weet ik niet meer van deze man met zo’n bijzonder leven? Zijn naam kwam je wel altijd tegen.
Dat hij in vrede mag rusten. Mieke