Vanavond hadden we de eerste raadsvergadering na het reces, en het was nogal een goeie. Behalve dan dat Marijke Goedegebuur viel en naar het ziekenhuis moest (beterschap, Marijke!). Op de agenda stond van mijn portefeuille de najaarsrapportage op de agenda, en natuurlijk de voorrgang op het dossier opbouwwerk. Er waren goeie vragen, kritische opmerkingen ook, maar er was wel steun voor de voortgang zoals ik die nu presenteerde en het proces dat tot een kaderstelling van het opbouwwerk moet leiden. Ook de inhoud begint zich wel af te tekenen: zo is er steun voor opbouwwerk dat grote groepen bedient, en veel doet aan kadervorming. Over wat dat nou betekent, en hoe de raad daar een voortgang in kan onderscheiden ga ik de komende maanden de discussie met de raad (en natuurlijk veel andere inwoners van de deelgemeente!) graag aan!
Nieuwste van Blog
Dit weblog is het oudste weblog van een politicus in Nederland, dus dat verplicht. Toch schrijf…
Het is in deze tijd natuurlijk ondenkbaar dat op basis van geruchten en rapporten verkeerde beslissingen…
Nog een paar dagen en dan is de cirkel gesloten en zijn we weer waar we…
Het Helderheidplein wordt officieel Helderheidplein 🙂 Vanaf het begin van de jaren ’80 was ik, scholier…
Geschiedenis is niet een beschrijving van wat er gebeurd is, maar een uittreksel en een interpretatie…
Nounou, het klinkt optimistisch en vooruitstrevend, doch er zullen nog wel harde noten gekraakt gaan worden in komende maanden. Een discussienota behoeft wel enige kanttekeningen en als we moeten uitgaan dat er verandering onvermijdelijk is, dan zullen eerst die huidige beroepskrachten een waarborg voor hun functie `veilig’ gesteld moeten worden. M.a.w.: die perspectieven dienen gebonden aan de gestelde voorwaarden, welke beschreven zijn in een notitie door de organisaties die tesamen met die òpbouwers binding hebben met de bewoners in de wijk(en).
Dus, zolang er respect getoond kan worden voor ieders mening cq visie is discussie mogelijk.
Oja, de doelstelling(en) van het `opbouwwerk’ zijn aardig verwoord, maar het is de vraag of dat alle bewoners, actief of niet, zo welwillend zijn tegenover die ondersteunende beroepskrachten. Men houdt nu al `vinger aan de pols’.
Als actief buurtvrijwilliger zeg ik vooralsnog niet volmondig ja tegen zo`n kaderstelling: de contouren zijn er, nu de inhoud nog!!!!