Gisteren werd in de kamercommissie voor Wonen, Wijken en Integratie het onderwerp “sexe-gelijkheid in relatie tot integratie” behandeld, mede naar aanleiding van de kamervragen die over Theater Pierrot zijn gesteld.
Het blijft een dilemma. De Minister zei dat het weliswaar mag, maar dat het daarmee niet gewenst is.
Mij staat een samenleving voor ogen waarin mannen en vrouwen, oude en nieuwe Nederlanders gelijkwaardig zijn en gelijke kansen hebben. Waarin mensen van verschillende herkomst samen leven door elkaar te ontmoeten: in de wijk, op school en in het theater. Dit is ook de norm die is vastgelegd in de AWGB. Het aanbieden van naar sekse gescheiden zitplaatsen of voorstellingen in theaters acht ik geen doelmatige bijdrage aan het bevorderen van integratie en participatie van groepen vrouwen met een achterstandspositie. Ik vertrouw erop dat men in de culturele sector terughoudend zal zijn bij het inzetten van dergelijke maatregelen.
In het bestuur van Theater Pierrot gaan we het binnenkort over deze discussie hebben. Ik ben het met iedereen eens die zegt dat mannen en vrouwen evenveel toegang moeten hebben tot kennis, macht, inkomen en cultuur. Maar ik zie ook dat bij het aanpakken van achterstanden het soms goed is als er speciale evenementen voor vrouwen zijn. De PAVEM-trajecten werden gisteren bedoeld, maar ik moest ook denken aan de VOS-cursussen: dit waren vormingscursussen die vanaf halverwege de vorige eeuw werden gegeven aan vrouwen met weinig opleiding, met als doelen bewustwording, aankweken van zelfvertrouwen en het ontdekken van eigen mogelijkheden.
Feit is, dat veel vrouwen, als deze mogelijkheid bij Pierrot niet zou worden geboden, niet naar de voorstelling zouden gaan. Pierrot is ervoor om te stimuleren dat mensen kennis nemen van cultuur, dus hebben we positief op dit verzoek gereageerd. Het gaat om deze voorstelling. Als je met me mee wil kan je me mailen. Lijkt me gezellig.
Na het kameroverleg snel naar De Balie gegaan in Amsterdam. Mariëtte Hamer organiseert om de anderhalve maand een bijeenkomst om over een specifiek onderwerp te praten: gisteren ging het over cultuur. Interessante maar moeilijke discussie, want het onderwerp is zó breed, en heeft met zó veel aspecten te maken dat het soms alle kanten op ging. Toch een paar lijnen: iedereen vond dat het belang van cultuurparticipatie voor zich spreekt. De tragiek van cultuur is dat er vaak een vraag is om te bewijzen dat het zin of nut heeft, terwijl dat niet zo is met uitgaven voor bijvoorbeeld sport of openbare verlichting.
Een laatste onderdeel vond ik erg interessant: er werd veel gesproken over juridische en financiële mogelijkheden om cultuur te versterken. John Leerdam maakte terecht de opmerking dat het vooral de ideeën zijn die dat mogelijk moeten maken. Het is juist de taak van politici en andere mensen die maatschappelijk actief zijn om die vorm, inhoud en richting te geven. Kortom: cultuur kan niet zonder creativiteit.