“Het komt allemaal goed” roept “een kiezer” aan het einde van bovenstaand filmpje naar Wouter Bos. Ik ben dat wel met deze kiezer eens. Het kan echter nog wel even duren. We moeten eerst “los komen” van het regentendom, volgens sommigen. Ik denk dat we vooral los moeten komen van de discussie daarover. Het begint er zo langzamerhand op te lijken dat de slechte uitkomsten van deze verkiezingen vooral aanleiding zijn voor sloten opmerkingen als “ik heb het altijd wel geweten” en X, Y en Z zijn voorbeelden van onze partij waar we niet trots op zijn. Apenkool natuurlijk: je wil niet een partij hebben waar je bang moet zijn om in de pas te lopen. Diversiteit is onze eenheid.
Logischerwijs klopt het ook al niet om de schuld bij “de regenten” neer te leggen; als we a) eerder geleid werden door allemaal regenten en b) eerder meer zetels hadden, volgt daaruit dat we meer zetels hadden toen we door allemaal regenten geleid werden.
Plasterk verbaast zich erover dat in de wijken waar vroeger de mensen PvdA stemden, men dat nu niet doet. Op zich is dat niet zo verwonderlijk. De samenstelling van die wijken is immers veranderd. Een groot gedeelte van de achterban uit die wijken is er de afgelopen jaren uit weggetrokken, en moet je nu in de vinex zoeken. Ook opmerkelijk is de opmerking van Plasterk dat we na de oorlog alleen maar Drees, Den Uyl, Kok en Bos als partijleider hadden. Om te beginnen is het een nieuw fenomeen, en is dus eigenlijk alleen Bos partijleider, maar als je kijkt naar de trekkers hadden we ook nog Anne Vondeling, Jaap Burger en Ad Melkert.