De Christenunie wil een prijs uitreiken voor het meest hoffelijke kamerlid. Het voorstel leidde tot hilariteit en ergernis. Hilariteit op twitter, waar @lotsykarel voorspelde dat Wilders als eerste de prijs zou krijgen als hij de deur voor een allochtoon kamerlid zou openhouden. De deur naar buiten, wel te verstaan.
Het is niet de eerste prijs voor kamerleden. Er is een Thorbeckeprijs voor politieke welsprekendheid, de prijs bisexualiteit, de verlepte-plantprijs van het FNV, bijna had je de Tara Sing Varmaprijs (die is niet voor kamerleden, inderdaad, maar er naar één vernoemd, net als de Ab Harrewijnprijs). Lutz Jacobi is dit jaar uitgeroepen tot kamerlid met het groenste hart. Staf Depla tot het meest lokale kamerlid, de prinsjesdagaward, het beste adoptiekamerlid. Sinds de uitvinding van het kloofdenken doen kamerleden bovendien graag mee aan quizzes en andere spelletjes waar ze ook nog wel eens een prijs winnen, dus buiten de prijzen voor parlementair gedrag zijn er genoeg overige mogelijkheden om de prijzenkast te vullen.
Kortom: ik denk dat kamerleden alle mogelijkheid hebben te laten zien hoe goed ze het doen. Buiten dat: een prijs instellen voor iets wat uit zichzelf zou moeten spreken vind ik geen goed idee. Dan liever het met elkaar delen van wat óngewenst gedrag is. Het debatje van vanmiddag over de eigen begroting van de tweede kamer gaf een aardig voorbeeld van een lakmoestest: elk gedrag waar Femke Halsema haar zoontje van vijf op aanspreekt zou ook in de kamer tot ongewenst verklaard moeten worden.