Eén van de laatste activiteiten die ik verrichtte als Dagelijks Bestuurder van de Deelgemeente Feijenoord, was het openen van een onderkomen van de Stichting Ouderen Feijenoord. Een prachtig project; een onderkomen voor Marokkaanse ouderen. Ik ben een groot voorstander van stevige en kwalitatieve Islamitische instituties: ze bevorderen de eigen trots en de sociale cohesie en doen recht aan de samenstelling van veel wijken. Ik ben er onlangs nog over geinterviewd door The Economist.
Vanuit verschillende hoeken kwam kritiek op dit project. Eén van de argumenten die ik vaak hoorde bij Islamitische voorzieningen was “je moet uitkijken met fundamentalisme”. Nou is dat ontegenzeggelijk waar. Maar laat nu eens 1% van de Islamieten fundamentalist zijn. Of 10%. Moet je dan die andere 90 of 99% er onder laten lijden? Bovendien, er zijn allemaal landelijke instanties die zich bezighouden met de bestrijding van fundamentalisme en terrorisme. Over de vraag hoe fundamentalisme en terrorisme zich tot elkaarverhouden heb ik het hier niet eens, want ik denk dat niet elke fundamentalist een terrorist is, en niet iedere terrorist een fundamentalist.
Vandaag staat een ingezonden brief van voormalig kamerlid Mohammed Rabbae in de krant, die ook aanwezig was bij de opening van het pand van de Stichting. Rabbae beklaagt zich erover dat de Nederlandse regering zich laks én hypocriet opstelt ten opzichte van de Israelische inval in Gaza en dat de enige krachten die
“… Israel kunnen redden, de Joden binnen en buiten Israel kritisch staan tegenover de Joodse staat en samen met de Palestijnen werken aan een gedeelde en vreedzame toekomst. De continue kritiek van deze Joden, zoals de leden van Een Ander Joods Geluid in Nederland en organisaties in Israel zelf en hun solidariteit nu met de Palestijnse slachtoffers in Gaza zijn van een veel groter moreel gezag (…) en van veel groter belang dan de opportunistische opstelling van het gros van de Nederlandse politiek, met het kabinet voorop.”
Ten eerste: de meeste Nederlanders, én de regering, zien dat inval in Gaza een logisch gevolg is van de voortdurende raketbeschietingen uit dat gebied, en dat de Israëlische inval weliswaar onafwendbaar was, maar dat dat niet ongelimiteerd tegengeweld goedpraat.
Ten tweede: ik ben geen fan van Een Ander Joods Geluid. Door te zeggen er een ander Joods geluid is, zeg je impliciet dat er maar één eerder ander “ander” Joods geluid was, en dat doet onrecht aan de grote verschillen en pluriformiteit binnen de Joodse gemeenschap.
Ten derde: ik krijg kippenvel als er mensen een moreel gezag wordt aangemeten. Moreel gezag is het einde van een discussie.
Ten vierde: áls je al een discussie op niveau wil voeren over de situatie, hoort daar bij dat je oog hebt voor in iedre geval een klein aantal van de nuances en complexiteiten. Eén daarvan is in ieder geval je moet vaststellen dat de ene Palestijnse staat de andere niet is, en dat een club als Hamas toch betrekkelijk ver af staat van de idealen van, bijvoorbeeld, de PvdA of Groen Links.
Ten vijfde: Rabbae denkt in groepen als hij dé Joden aanspreekt op Israël. Net zo min als dé Islamieten aangesproken moeten worden op Al Quaida, dé katholieken op gevallen van pedofilie bij priesters, dé Christenen op de acties van het verzetsleger van de Heer of dé voetballers op het spel van Feyenoord.
Vandaag, morgen, iedere dag zijn er onderhandelingen gaande over een wapenstilstand en ligt er een voorstel klaar om de toevoer van wapens uit Egypte te stoppen. Laten we vooral de ontspanning tussen bevolkingsgroepen (al die kleine initiatiefjes) steunen, en hopen dat de onderhandelaars en bestuurders er snel uitkomen. Met oorlogstaal, steun aan het totalitairisme en oproepen voor moreel gezag komen we er niet.