Gistermiddag nieuwjaarsborrel van de Muskusrattenbestrijding. Enorm gezellige partij, en goed om bij te praten met de rattenvangers (m/v), die voor Zuid-Holland zo belangrijk werk doen.
Hoewel het belangrijk blijft om de muskusratten en beverratten te bestrijden wordt de dienst niet altijd even hard gewaardeerd. Mensen die het belang van de muskusrattenbestrijding niet inzien zeggen maar al te vaak dat het nutteloos werk is, en mensen die het belang van de muskusrattenbestrijding wél inzien, vinden dat er te weinig gedaan wordt. In één gebied is de groei van de populatie nog niet beheerst, en dat is de Krimpenerwaard. Voor ons dus een taak om uit te blijven leggen wat er gebeurt en hoe het gebeurt.
Gisteren ben ik een paar keer uitgenodigd om weer eens mee te gaan jagen, de vorige keer is alweer wat tijd geleden. Bovendien: ik ben in de tussentijd voorzitter van de Bestuurscommissie van de Muskusrattenbestrijding geworden, en dat brengt weer nieuwe inzichten en verantwoordelijkheden met zich mee. Kortom: binnenkort weer eens een half dagje met de mannen (en vrouwen) door de polder met lieslaarzen aan. Als je mee wilt gaan kan je me een mailtje sturen; als je op de hoogte wil blijven kan je je natuurlijk abonneren op mijn nieuwsbrief.
Dat voorzitterschap van de Muskusrattenbestrijding is trouwens eindig. Door de invoering van het dualisme wordt het besturen van de Dienst Muskusrattenbestrijding een taak die bij Gedeputeerde Staten komt te liggen. De voorkeur van de Bestuurscommissie Muskusrattenbestrijding is daarbij dat er een zogenaamde “Gemeenschappelijke Regeling” komt van de Provincie en de Waterschappen waarin de dienst wordt aangestuurd.
Het is belangrijk dat aan de ene kant de bever- en muskusrattenvangers de weg naar ons moeten kunnen vinden, en aan de andere kant dat wij blijven uitleggen waarom ze dit harde en goede werk doen. De ratten zijn dus nog niet van me af.