Het zijn drukke maar interessante perioden. Het is begrotingstijd, dus de financiële en inhoudelijke kaders voor het beleid in 2009 worden besproken en vastgelegd. Een portefeuillehouder financiën zet dan natuurlijk een tandje erbij. Daarnaast speelt natuurlijk de kwestie van de aanbesteding van het opbouwwerk, die een cruciale fase ingaat met alle spanningen en verwachtingen die daarbij horen. Bovendien speelt een vervelende zaak uit de sfeer van een nevenfunctie, en is in de periferie van een andere nevenfunctie ook al gerommel. En er spelen 100 kleine rotdingetjes En het print-kopieerapparaat is -alweer of nog steeds- kapot. Kortom: drukte en en gedoe en toestanden alom. Vooral de thuisbasis heeft eronder te leiden, want ze zien hun man en vader nóg eens wat minder, en als hij er dan eens is, moet hij mailen of bellen, of -erger- vertellen wat er allemaal speelt.
Ten aanzien van de spanningen en tegenslagen stel ik mezelf gerust: dit zijn geen vervelende bijkomstigheden van het vak, of dingen die naast het vak gebeuren; nee: dit is het vak!
Ik ben niet de enige. Er speelt zich een wat de Engelsen clusterfuck noemen rond de Rotterdam, en op een afstand kijk ik nog mee met een zaak die me als statenlid gefascineerd heeft: de verlenging van de A4.
In het Rotterdams Jaarboekje 2000 staat een prachtig artikel van Jan van Noort over hoe de spoorverbinding met het zuiden van Rotterdam tot stand gekomen is. Deze spoorverbinding heeft ermede toe geleid dat Rotterdam-Zuid er zo uitziet als het eruit ziet: immers, hier kwam grote- en binnenvaart bij elkaar, én industrie, én goedkoop personeel, én treinverbindingen én er konden wegen en pakhuizen gebouwd worden.
Aardig is het om te lezen dat in de tijd van de aanleg van de rails de tegenstellingen en spanningen hoog opliepen. In een ingezonden brief in de Rotterdamse Courant van 21 januari 1865 staat als kritiek op het plan om een spoorlijn aan te leggen:
“(…) waar Amsterdam haar weg naar het Zuiden heeft, hebben immers ‘s-Gravenhage en Rotterdam die ook, zij het dan ook met een uurtje langer te stoomen. Is dat uurtje zoo veel millioenen en zoo veel vernielingen waard?”
Dezelfde argumenten als tegen de verlengde A4. Maar de spoorlijn ligt er. Een haiku hierover:
De honden blaffen,
de karavaan trekt verder.
Morgen schijnt de zon.