Om draagvlak te krijgen voor de steunmaatregelen voor Griekenland en het voorkomen van een Brexit zullen Nederlandse politici er niet aan ontkomen de verworvenheden van de Europese Unie te noemen. Zij hebben onze steun daarbij nodig.
Conventies
Politici zijn, net als journalisten, conventionele mensen en stemmen hun communicatie doorgaans af op wat zij denken dat de meeste mensen willen horen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat alle Nederlandse partijen, inclusief de meest pro-Europese partijen, zich van hun meest Eurokritische kant lieten zien.
Niet alleen was er veel (vaak terechte) kritiek op het functioneren van de Unie, maar opmerkelijker was, dat de belangrijkste verworvenheden van de Unie niet of nauwelijks genoemd werden; vrede in Europa (een uitzonderlijkheid, want Europa is een continent waar iedereen een hekel heeft aan iedereen en uiteindelijk de Joden de schuld krijgen), en jarenlange economische voorspoed.
Voorzitterschap
Het was dan ook niet verwonderlijk dat in oktober 2014 werd aangekondigd dat het Nederlands voorzitterschap bij de EU “sober en efficient” zou zijn. Europa mag per slot van rekening geen feestje worden. Geen toeters en bellen, geen al te grote aandacht: de les van 2004 nog niet vergeten. In aanloop naar het voorzitterschap was een publiekscampagne gewenst, waarbij aandacht geschonken zou moeten worden aan de Europese verworvenheden. Ik was nauw betrokken bij die campagne, die als niet heel succesvol de geschiedenis in is gegaan: “Europa, best belangrijk”.
Belangrijk
Eén van de achtergronden van de campagne was dat hij gericht was op de grote meerderheid van de Nederlanders die, volgens onderzoek, positief geïnteresseerd was in Europa; de campagne wilde laten zien dat Europa in het dagelijks leven van de Nederlander “best belangrijk” was. Maar, zoals dat gaat met gematigde boodschappen: er was een zich roerende groep die vond dat de boodschap niet ver genoeg ging (want Europa is heul belangrijk) en een zich al even hard roerende groep die de boodschap te ver vond gaan. Einde campagne. En een les geleerd. Maar het komende voorzitterschap speelt zich af tegen een andere context: het afwikkelen van de Griekse vraag en het voorkomen van een Brexit.
Griekenland
Nu het Griekse parlement de strenge bezuinigingsvoorstellen die in ruil staan voor een lening waarmee de eerdere leningen terugbetaald kunnen worden, op hoofdlijnen goedgekeurd heeft (een definitief voorstel is er immers nog niet), is in Brussel het probleem voorlopig afgewend. Maar voor Nederland is het nog niet zo ver. Vandaag zal in de Kamer een debat plaatsvinden, en dan moet duidelijk worden of de VVD unaniem van oordeel is de beslissing voor een extra krediet onafwendbaar was. Rutte heeft weliswaar erkend dat hij daarmee een verkiezingsbelofte heeft gebroken, maar het zou zo maar kunnen zijn dat één of meer VVD-ers zich daar niet bij neerlegt en zich er fel tegen zal uitspreken.
Hoewel het Nederlandse parlement niet stemt over het krediet, bestaat er immers een goede traditie om het daar te bespreken. Een uitspraak van de Kamer tegen het akkoord kan niet anders uitgelegd worden dan het opzeggen van het vertrouwen in de Regering. Met een meerderheid in de Tweede Kamer van één slechts stem, zullen de coalitiepartijen er alles aan doen om dat te voorkomen. Een voorzitterschap dat plaatsvindt tijdens coalitieonderhandelingen is immers een rampscenario. Maar de collegepartijen hebben wel beiden een andere verantwoordelijkheid: het is niet ondenkbaar dat Rutte en Dijsselbloem zich over bepaalde zaken anders moeten uitspreken.
Brexit
Het tweede grote issue dat opdoemt, is het naderende referendum in Groot-Brittannië over de vraag of dat land überhaupt in de EU moet blijven. David Cameron staat onder grote druk om zichtbare hervormingen bij de Unie erdoor te drukken, waarmee men hoopt dat de kans groter wordt dat een meerderheid van de Britten zich uitspreekt tegen een Grexit. Ik betwijfel of dit een doorslaggevende factor zal zijn; het veronderstelt wellicht teveel rationeel gedrag van de Engelse kiezer die zich ook bij de laatste verkiezing heeft laten zien als een kiezer die op grond van emoties makkelijk een anti-Europees standpunt inneemt.
Polder
Hoe dan ook: nu het referendum is voorzien voor de herfst van 2016, moeten deze hervormingen vooral plaatsvinden tijdens het Nederlands voorzitterschap. De Nederlandse rol is daar nóg groter bij: de verantwoordelijk Eurocommissaris Frans Timmermans is een Nederlander, maar ook de wieg van de nieuwe secretaris-generaal van de Commissie, Alex Italianer, stond in de polder.
Nederland heeft nu, en vooral vanaf 1 januari, een cruciale rol bij het verbeteren van de Unie en zal er dus niet aan ontkomen de verworvenheden van de Europese Unie te noemen, en Europese belangen zwaar te laten wegen, misschien zelfs te laten prevaleren boven Nederlandse belangen, althans, zoals die gepercipieerd worden. Ik hoop dat Nederlandse politici zich meer zullen uitspreken over de verworvenheden van de Europese Unie, waarvan de belangrijkste is: het voorkomen van oorlog.
Rodef shalom
Maar aangezien politici conventioneel zijn, en hun communicatie zullen afstemmen op wat zij denken dat de meeste mensen willen horen, is er voor ons, gewone mensen, een taak om hen te steunen, ons uit te spreken en ons op te stellen als liefhebbers en najagers van vrede. In de rabbinale literatuur: als een rodef shalom. Vrede, vrede zal je najagen. Politiek is immers te belangrijk om alleen aan politici over te laten.
Kennelijk heeft Diederik geen slapeloze nachten gehad van MH17. Samson toont zich een schaamteloze huilebalk die op de emotie speelt en tegelijkertijd politiek gewin probeert te spinnen door Rutte op het dikke ik aan te pakken. Zo’n pathetische voorstelling is precies geen voorbeeld van ‘oprechte betrokkenheid’. Je mag zijn motivaties dus echt wel meer gaan wantrouwen. De vluchtelingen- maar ook de Brexit crisis illustreren duidelijk dat politici de fratsmakerij voor de claque van soortgenoten, verwarren met leiderschap. Politici zouden juist niet ‘conventioneel moeten denken’ (journalisten horen mi. ook niet volgzaam te zijn) daar zit nu precies de pijnlijke crux waarom ‘de politiek niet aan politici’ moet worden overgelaten.