De enige vraag die je hoort te beantwoorden, morgen in het stemhokje is
“Is deze wet beter dan de huidige?”, en het antwoord daarop is “ja”. Om
die reden zou ik voor moeten stemmen.
Helaas is de politieke realiteit wat ingewikkelder. Het gaat allang
niet meer om het grondwettelijk verdrag morgen, maar over Europa, de
campagnes, de anticampagnes, de anti-anticampagnes, emotie en andere
zaken die politiek vaak een zaak maken van meer dan het onderwerp
alleen. En dan is het kiezen.
Eén van de overwegingen is dat ministers ministers van alle
Nederlanders moeten zijn. Laat politiek aan de volksvertegenwoordigers,
en dien zelf het algemeen belang. Doordat het kabinet zich aan het
“ja”-standpunt verbindt in iets wat een vrije keuze zou moeten zijn,
vervreemden ze zich van het “nee”-kamp. Ze kunnen feitelijk niet
anders, want ze hebben zich aan het verdrag gecommiteerd. Uit
trijterij, en de hoop dat het kabinet valt, wil ik eigelijk tegen
stemmen.
Een andere overweging is de enorme propaganda die over ons uitgestort
wordt. De hoeveelheid non-informatie van beide zijden is enorm, maar ik
vergeef het de “nee”-stemmers net wat makkelijker. Nog een reden om
tegen te stemmen.
Kortom: ik twijfel.
Als de oude europese wet niet goed is, moet er inderdaad een nieuwe komen.
Maar laat de mensen dan democratisch stemmen, en niet de indruk geven dat de enige mogelijkheid is JA te stemmen op de nieuwe wet. Zo krijgt iedereen het gevoel dat we deze wet door de strot gedrukt krijgen. Bovendien gaat deze wet voor sommige mensen te ver en sommiggen niet ver genoeg, dat betekend dat mensen die verandering willen kunnen stemmen tussen een nieuwe wet die ze niet goed vinden en geen verandering. Waardoor men uit hoop op iets beters, en irritatie vanwege de JA campagne gewoon nee stemt Misschien is het wel handig om twee nieuwe wetten op te stellen, en ons daartussen te laten kiezen, dat maakt het kiezen in ieder geval een stuk makkelijker