Het is bijna reces en er is weinig nieuws te melden, dus de kranten schrijven weer over partijgenoten die elkaar in de haren vliegen. Tijdens de verhoren van Bos en Vogelaar in het kader van de Parlementaire enquete bleek dat er vooraf niet bepaald afspraken waren gemaakt over de te geven antwoorden (op zich prijzenswaardig in deze tijden van matchfixing), en er was een ingezonden brief in NRC van Terphuis met flankaanvallen van Koole en Sie. Dat kan ook anders. Terphuis heeft nooit een politieke functie gehad, maar wist (terechte) publicitaire aandacht te verkrijgen rond de strafbaarstelling van illegalen, die het kabinet-Rutte II wilde invoeren, waarmee hij (onterechte) sterrenstatus kreeg en één van de figuren werd waar journalisten graag aandacht aan schenken als ze iets mals over de PvdA willen horen. Daar hoort dan opeens dreigen met rollende koppen bij. Ongepast en onsmakelijk. Koole was als voorzitter van de PvdA vanaf 2001 tot 2005 en weer in 2007 mede verantwoordelijk voor het creëren van de situatie waar de partij zich nu in bevindt. De WBS zit regelmatig aan bij belangrijke vergaderingen (partijbestuur, bewindsliedenoverleg) waar de invloed van de WBS blijkbaar minimaal is, schreef belangwekkende rapporten die met oorverdovende stilte werden ontvangen, en organiseert bijeenkomsten waar telkens dezelfde mensen voor dezelfde mensen applaudisseren. Je kan je afvragen of ze hiermee niet eerder een onderdeel zijn van het probleem, dan van de oplossing.
Dit betekent niet dat de partij niet in crisis is, en dat Terphuis, Koole en Sie helemaal en alleen maar onzin praten. Voor Koole en Sie geldt bovendien dat ze dat niet vanaf de zijlijn doen. Maar hun aanvallen raken de essentie van het probleem van de PvdA niet, en andere oplossingen dan “we moeten met de leden gaan praten” hoor ik niet.
Er wordt enorm veel met de leden gepraat. Dat is het probleem niet. Helaas hebben de leden geen of nauwelijks politieke invloed, en, zoals Bart Tromp al voorspelde bij de invoering van de partijvernieuwingen in de jaren ’90, is praten zonder invloed vruchteloos en frustrerend, hebben leden dat ook in de gaten. Rottenberg had groot gelijk in het afbreken van de binnen de PvdA bestaande baronnencultuur, maar er is geen functionerende ledenpartij voor in de plaats gekomen. De macht zit niet bij de leden, maar aan de top. Daarnaast zie je verder in de maatschappij ook dat participatie niet vanzelf spreekt, en dat het steeds moeilijker is om mensen te vinden die zich in hun vrije tijd met een bestuursfunctie in willen zetten.
Hoewel de top het voor het zeggen heeft, is er angst bij diezelfde top om zich te gedragen naar de verantwoordelijke positie die ze innemen. Partijleden hebben behoefte aan moreel en gezaghebbend leiderschap, en die is nauwelijks te bespeuren. Iets vinden kan iedereen wel iets, maar we missen context en richting. Iemand moet telkens zeggen “We zijn nu hier, we willen hier- en daarom daar naartoe en daarvoor moeten we dit, dit en dit doen”. En dat gebeurt niet.
En dat terwijl we veel hebben om trots op te zijn. Onze ministers en staatssecretarissen doen het voor het grootste gedeelte goed, bijvoorbeeld. Maar we laten niet zien dat we trots op hen zijn. We koersen het land door een crisis. Maar we geven niet aan wat de sociaaldemocratische invloed erbij is. Europa wordt steeds belangrijker. Maar we verzuimen de verbinding te leggen met wat er in Nederland gebeurt. Of in de rest van de wereld. Het buitenland bestaat nauwelijks. Voor een internationale partij een schande.
De partij zoals we die kenden bestaat niet meer. De partijen zoals we ze kenden, bestaan niet meer. Maar de functies die ze bezaten, blijven essentieel. Meningen vormen, mensen betrekken, weten wat er speelt in de maatschappij, nieuw kader en leiderschap selecteren: het moet allemaal gebeuren, en ook op een manier die recht doet aan wat er verder in de maatschappij aan de hand is. Dat betekent in ieder geval dat we niet onze oren moeten laten hangen naar het communicatieve terrorisme van de sociale media en blogosfeer, maar wel dat we mensen die weliswaar geen lid zijn van de partij, maar waarvan we verder wel denken dat ze met enig gezag kunnen meepraten over wat er in de maatschappij aan de hand is, moeten betrekken.
We hebben een goed verhaal. De essentie van de sociaaldemocratie is: 1) in het collectief organiseren wat het individu niet kan, en 2) elk mens heeft recht op gelijke toegang tot kennis, inkomen en macht 3) er moet een internationale tegenmacht staan tegenover de internationale macht van het bedrijfsleven en 4) je bent niet alleen en er zijn mensen die je helpen. Solidariteit, dus. Iedereen begrijpt dat we compromissen moeten sluiten, en als je even doorvraagt weten de inwoners van Nederland ook heus wel dat niemand, zelfs geen PvdA-er, onfeilbaar is. Maar niemand moet aan onze intenties en inzet twijfelen. We hebben veel om trots op te zijn.
Zeggen wat we vinden, perspectief bieden, en dat organiseren. Niet luisteren naar de leden, maar laten zien dat je naar de leden luistert. Niet je standpunten afstemmen op dat wat er in de maatschappij leeft, maar de maatschappij omvormen tot dat wat bij onze standpunten hoort.
We hebben niets om ons voor te schamen, en veel om trots op te zijn. 8 uur werk, 8 uur rust, 8 uur ontplooiing. Algemeen Kiesrecht. Staatspensioen. Sociaaldemocraten stonden altijd vooraan, en moeten dat nu ook doen. Verschuilen achter de leden, de politieke situatie, “dat we er nog even over na moeten denken” of dat anderen zo flets zijn, is het slechtste wat we nu kunnen doen.
Robbert, wat mij in de PvdA ook opvalt (en steeds meer stoort) dat er altijd wel ex-lieden te vinden zijn die niet te beroerd zijn de was buiten te hangen na die desnoods zelf van de nodige vlekken te hebben voorzien. Rottenberg, Vermeend, Bos, Oudkerk (of all people!), etc. Je analyse deel ik overigens en bij het huidige leiderschap krijg ik ook maar geen warme gevoelens.
Wat betreft het verhoor van Bos en Ella Vogelaar wil ik het volgende opmerken/aanvullen:
Tijdens het verhoor door de Parlementaire Enquête Commissie Woningcorporaties heeft voormalig minister van Financiën en oud partijleider Wouter Bos op een iet misverstaande manier uitgehaald naar oud-minister van Wonen, Wijken en Integratie Ella Vogelaar. Zij gedroeg zich volgens hem (helaas) als belanghebbende.; dit was m.i. eerder op hem van toepassing.
Ella Vogelaar is door de wol geverfd, zij kan zichzelf het beste verdedigen, het had de partijtop echter gesierd als zij Bos had teruggefloten. Bos heeft er namelijk een gewoonte van gemaakt om na te trappen.
Na de Europese verkiezingen van 2009 bekende Bos dat hij niet op de lijsttrekker Thijs Berman maar op nummer vijf had gestemd. De partijtop zweeg; gelukkig was er tijdens de Ledenraad in Arnhem kritiek op zijn uitspraak. Afgelopen dinsdag herhaalde de geschiedenis zich. Bos zette, niet gehinderd door een dosis arrogantie, de pet van oud- partijleider in plaats van oud-minister van Financiën op en trapte er lustig op los.
Het is buitengewoon betreurenswaardig dat de partijtop van de PvdA soms spreekt wanneer zij beter kunnen zwijgen en visa versa. Een gemiste kans.
Ik vind sociaal-democratie mooi, maar als je idealen wilt realiseren, dan moet je kunnen samenwerken. Dat is volgens mij de achilleshiel van de PvdA. Het commentaar en de kritiek op elkaar is soms niet van de lucht. Daarmee creëren we onze eigen zwakheid. Ik was verbaasd toen Spekman en Merkies zelfs bij de rechter tegen over elkaar kwamen te staan. Ik wist dat het geld apart gezet was voor JS-ers, om hen te kunnen helpen bij wonen en werk. De kritiek van Terpstra en Bos bevestigen nog eens de cultuur en is voor de druppel die de emmer doet overlopen. Het liefste help ik bij een nieuwe beweging, waarbij je het recht hebt om fouten te maken, maar daar moet je dan gewoon excuses voor aanbieden en er van leren! Niemand is beter dan een ander, wel leren sommige mensen wat sneller.
ik denk dat de kaders en de weg ernaartoe wel goed worden aangegeven. Ik vind Spekman bijvoorbeeld heel erg duidelijk als het om het rode geluid gaat. Misschien moeten we ons eigen rode smoel meer laten zien. Tegelijkertijd is uitleggen wat er nou zo essentieel is aan de hervormingen van de sociale zekerheid ook veel belangrijker nu. Wat gaan we doen als ze hun doel voorbijschieten? Waarom gaat financiële houdbaarheid voor bestaanszekerheid? Of gaan die dingen voor een sociaal-democraat juist goed samen?