Die voorzittersverkiezingen blijven me op een vreemde manier bezighouden. Ik ben het natuurlijk helemaal eens met Hans Daalder, die gisteren in Trouw zei dat dit allemaal onzin is. Een voorzitter van de partij moet contact houden met de afdelingen, ervoor zorgen dat er blaadjes uitkomen en congressen georganiseerd zijn, en als buitenstaander gewetensvolle opmerkingen maken bij fractievergaderingen.
Maar goed, ondertussen hebben we die verkiezingen, en het is toch op een vreemde manier zonde om niet te stemmen. Maar op wie dan? En in welke volgorde? Ik schat in dat Lilianne Ploumen het wordt: dat is immers een goede tweede, zo zullen de meeste mensen redeneren. In de eerste ronde, zo voorspel ik, zal Pronk de meeste stemmen krijgen, maar niet de benodigde meerderheid, en in de tweede ronde zal blijken dat meer mensen Ploumen op twee hebben gezet dan Pronk.
Ik had dus tot vanochtend het voornemen om ook op Ploumen te stemmen, dan een wik anderen, en dan op 5 Pronk neer te zetten.
Maar gisteren begon ik te twijfelen, en vanochtend kreeg ik zo waar weerzin om Ploumen op één te zetten. Gisteren hoorde ik mevrouw Ploumen in de Ochtenden zeggen: "Ik ga m’n werk doen: ik ga zaterdag naar de burger luisteren". Om te beginnen is dat je werk niet als voorzitter van de PvdA; ten tweede heeft de burger er volgens mij vooral behoefte aan dat ‘ie ziet dat er naar ‘m geluisterd is. Maar dan vanochtend, in Trouw: een ingezonden brief van "partijprominenten" (dat ben ik trouwens zélf ook, tegenwoordig, geloof ik): stem op Ploumen omdat het een vrouw is.
Slechtere argumenten heb ik nog nooit gehoord.