Al bijna 110 jaar geleden schreef Lenin zijn pamflet Wat te doen. Hierin legde Lenin uit wat het verschil was tussen het bewustzijn van de voorhoede van de arbeidersklasse en het bewustzijn van de rest. het grootste gedeelte van de arbeidersklasse had een goed beeld van de eigen positie en was bereid om zich voor het verbeteren ervan in te zetten; de “voorhoede” ging nét een stapje verder en streed voor het grotere goed: de betere maatschappij, het socialisme.
Ook in onze dagelijkse waarnemingen van de politiek zien we wel eens een spanning tussen het uiteindelijke doel en de belangen van mensen op kortere termijn. Het komt wel eens voor dat politieke partijen -bijvoorbeeld om stemmen te winnen, of omdat ze ook vinden dat bepaalde dingen moeten gebeuren- heel concrete zaken beloven aan hun achterban. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om parkeerplaatsen of belastingverlaging. Ook al is is er later een andere situatie ontstaan, dan nog wordt de partij meestal gehouden aan die belofte. Belofte maakt immers schuld. Op zich begrijpelijk, maar niet waar het in de politiek om draait. Het belangrijkste wat politici doen, belangrijker dan het nakomen van impliciete of expliciete beloftes, is immers het in stand houden van het politieke systeem.
Van politici wordt doorgaans niet verwacht dat ze ingaan tegen de belangen van hun achterban. Maar soms is er een groter belang; namelijk als belangrijke politieke principes in het geding zijn. In Amsterdam Zuid-Oost is dat nu aan de hand. Daar werden jarenlang subsidies uitgekeerd aan belangenorganisaties alleen omdat ze mensen vertegenwoordigden, en toen er gevraagd werd naar wat ze nu precies bereikten, was de beer los. Waar heb ik dat toch eerder gehoord?
Natuurlijk. Die organisaties hebben vaak een belangrijke functie. Ze bouwen al jaren bruggen. Maar in de huidige politieke situatie is ook vraag naar transparantie en afrekening. En komt het wel eens voor dat sommige van die organisaties een informele positie hebben opgebouwd die geen recht doet aan een nieuwe werkelijkheid, waarin ook andere, meestal jongere, activisten óók een plaats opeisen.
Het is niet gebruikelijk binnen de PvdA om hier uitspraken over te doen. Bij onderzoek blijkt het vaak genuanceerder te liggen dan men denkt (er zijn altijd meerdere kanten aan een verhaal), en waarom zou je je mengen in een intern partijconflict dat het jouwe niet is?
Maar helaas: we zullen wel moeten. Buiten de PvdA (en in steeds toenemende mate ook erbinnen) zien mensen wel degelijk wat er aan de hand is. Een partij die traditionaal lokaal sterk is, maar met een kracht die zich tegen haar keert als die alleen gericht is op de eigen achterban, of alleen uit electorale overwegingen. Er is meer dan dat: rechtvaardigheid, verantwoording en transparantie.
Ik denk dat het tijd wordt dat de PvdA zich ook met de vraag bezig gaat bezig houden waar het ons nou om moet gaan in de lokale politiek.
Update reactie per sms: Je slaat de spijker weer eens op z’n kop op je weblog. Aan de andere kant is het ook zo dat diezelfde PvdA mensen als jou en Jude voordraagt voor bestuurdersposten. Er is dus hoop!