Er komt geen betere reden meer.

30 juni 2025
9K views
8 minuten leestijd
Start

In 1990 studeerde ik Politieke Wetenschappen in Leiden. Bart Tromp, toen nog alleen mijn docent, raadde ons, studenten, aan om niet alleen politieke theorie te bestuderen, maar ook de politieke praktijk, en daarom lid te worden van een politieke partij. Voor mij was het de tweede keer dat ik lid werd van een partij: als jongeling was ik, net als de rest van mijn familie, lid van de CPN. Dat lidmaatschap heb ik aan de wilgen gehangen toen ik een jaar of 18 was. De ketel met socialisme waar ik als kind in gevallen was, was toen al leeg. En verder was het voor mij net als bij Obelix: als je er eenmaal ingevallen bent, hou je er voor de rest van je leven wat van over. De CPN daarentegen was allang uiteengevallen: enerzijds een groep praatjesmakers die wilden fuseren met PPR, EVP en PSP en aan de andere kant de gestaalde kaders die zelfs in hun slaap Marxistisch-Leninistisch spraken. Misschien lagen hier wel mijn biologische roots, maar ik voelde me niet senang bij de dogmatiek en de Heilige Geloofsleer. Het werd zo’n vier jaar later dus de PvdA.

Actief lidmaatschap

Na wat onhandige en onfortuinlijke eerste pogingen om actief te worden, heb ik uiteindelijk de beste jaren van mijn leven aan de partij gegeven. Als Statenlid en als bestuurder van de Rotterdamse deelgemeente Feijenoord, maar ook als afdelingsbestuurder, lijsttrekker, programmamaker, coach, trainer, campagneleider, commissielid, nota-schrijver, probleemoplosser en -veroorzaker. Soms tegelijk. Op maandag kon ik een probleem veroorzaken, op woensdag loste ik het op, en op vrijdag vroeg ik me af welke zot een slechte oplossing had bedacht bij een niet-bestaand issue.

Als er een vage klus of een onduidelijk dilemma opdook, werd ik soms gebeld. Niet omdat ik het altijd begreep, of de beste voor de klus was, maar omdat niemand anders de telefoon opnam.

Ik ben dankbaar voor wat dat partijlidmaatschap me gebracht heeft: netwerk, ervaring, inzichten, vrienden, en een enkele vijand. Misschien ben ik daarom langer trouw gebleven aan de Partij dan de Partij aan mij en aan dat waar ik voor sta.

Zelf ben ik natuurlijk ook veranderd. Ik heb weliswaar Troje niet verwoest, maar ben wel een man, in ervaringen rijk, die veeltijd rondzwierf, steden en velerlei menschen aanschouwde, hun volksaard leerde kennen en veel jammeren op zee in mijn hart had te verduren, zwoegend voor eigen behoud en bezorgd voor der vrienden terugkeer.

De partij voelde dan ook steeds killer aan. De partijdemocratie werd steeds meer afgeschaft. Afdelingen, waar juist de basis van de sociaal-democratische politiek ligt, kregen steeds minder te vertellen en zowel de netwerken met lokale organisaties als de relaties met bestuurders van scholen, woningbouwcorporaties en zorginstellingen werden geschoffeerd. De partij werd steeds minder een netwerkpartij, en kreeg steeds minder rol in het maatschappelijk middenveld, terwijl de boven ons gestelden in de centrale comités juist steeds meer macht kregen. Leidinggeven, lijsten samenstellen, de pers te woord staan, campagnes voeren werd minder gedistribueerde politiek en meer centraal management. Rode technocratie met een logo en ronkende teksten over partijvernieuwing, inclusie en (van) waarden. Maar niets kon verhullen dat de boven ons gestelden vooral bezig waren met het invullen van politieke sudoku’s: alles moest erin zitten en niets mocht elkaar bijten.

In 2012 heb ik nog een poging gedaan om lijsttrekker te worden voor de Europese verkiezingen. Dat was niet zo leuk. Toen door Geenstiijl werd gesuggereerd dat een Joodse politicus andere loyaliteiten zou hebben, ging mijn campagne -defensief- vooral daarover. Ik had misschien beter mijn slogan kunnen aanpassen van “Voor een sociaal Europa dat voor iedereen werkt” naar “Voor een Europa dat geleid wordt door de heimelijke wereldregering.”

Verwijdering

Niet dat het de eerste keer was dat antisemitische insinuaties opdoken. Toen ik als Statenlid medeverantwoordelijk was voor de bestuurlijke herindeling van Sassenheim, Warmond en Voorhout, werd ook dát door sommigen uitgelegd als een Groot-Zionistisch plan voor wereldheerschappij. Mijn vermeende geheime agenda bestond ook uit provinciale herindeling, beleid met betrekking tot de verlichting van kassen, hondenbelasting en Rotterdams subsidiebeleid. En het hoger zetten van de temperatuur in het Provinciehuis. Ik verzin dit niet.

Ik heb na 2012 nog een paar keer geprobeerd actief te worden, maar ja, het moet van twee kanten komen. Zoals een vriend van me zei: “Baruch, ze motten je gewoon niet”.

Informeel sprak ik nog wel eens mensen, maar de klik werd minder. Ik ben nog even voorzitter geweest van de Cultuurclub, lid van de Buitenlandcommissie, en ben nog steeds betrokken bij een eetclub op sociaaldemocratische grondslag, de Roode Rijders (de motorclub van de PvdA waar nog steeds maar twee leden van zijn) en de Werkgroep Partijpolitieke Processen, maar ik voelde me steeds verder verwijderd raken van wat ooit vertrouwd voelde. Ondertussen waren bijna al mijn vriendjes en vriendinnetjes waarmee ik in de jaren ’90 binnen de partij optrok al geen lid meer.

Met Bart Tromp – eerst mijn docent, inmiddels mijn vriend, promotor en leraar – ging ik tot niet lang voor zijn overlijden in 2007 regelmatig op zondag een visje eten, praten over politiek, de voortgang van mijn proefschrift (dat werden steeds kortere gesprekken) en squashen. Als ik weer eens brieste “wat ze nou weer hadden verzonnen” en dat ik wel klaar was met de PvdA, zei hij: “ Wacht nou, jongen. Er komt altijd een betere reden om je lidmaatschap op te zeggen.”

Hij had gelijk. Elke keer dacht ik dat het niet erger kon, zei de partij: hou m’n rode bier vast, en kwam de partij -inderdaad- wat later met een nóg betere reden.

Fusie

Zoals dat onzalige idee van die fusie met GroenLinks.

Lauwe koffie. Te slap om op te peppen, te lauw om op te warmen. Mensen die van ijskoffie houden, gruwen ervan. En mensen die van gewone koffie houden, ook. Vliegtuigeten. Niemand vindt het lekker, mensen die van lekker eten houden slaan even over, en mensen die niet van lekker eten houden, doen alsof het voedzaam is. De vegetarische bitterbal – inclusief bedoeld, exclusief gegeten. Aan het eind van de dag liggen ze nog uitgedroogd op de schaal, terwijl iedereen doet alsof ze verzadigd zijn. Maar in werkelijkheid heeft men honger.

Samenwerken en gedeelde woordvoerderschappen zijn prima en kunnen de progressieve politiek versterken. Maar een fusie is een politieke maar vooral bestuurlijke blind date met een ongewisse afloop. Het kan best succesvol zijn – maar niet alles wat werkt, is bestendig. En niet alles wat bestendig is, is daarmee een goed idee. Maar goed: ik behoor tot een oude en conservatieve minderheid. Dat voelde ik aan alles. Maar het was ook een fundamenteel verandering en volgende stap in het opheffen van de partijdemocratie. Het was niet alleen dat alles kantelde: wie niet meebewoog, werd omvergepraat.

Politiek

Het belangrijkste wat je doet in en met een politieke partij, is het in stand houden van de democratie. Meningsvorming en -uiting, hoe belangrijk ook, gaan beter en makkelijker in een anarchie. Macht uitoefenen, óók een wezenlijke functie, gaat veel efficiënter in een dictatuur. Maar beide willen we niet.

Wat politiek bedrijven zo wezenlijk en onnoemlijk belangrijk maakt, is dat ze langs democratische wegen wordt bedreven: dat het geen dictatuur van de meerderheid wordt, en dat de rechtsstaat wordt gewaarborgd. Een genocide is pas een genocide omdat het Internationaal Gerechtshof dat vaststelt. Niet omdat een meerderheid, laat staan een minderheid, vindt dat het zo is.

Mening en macht zijn boven democratie verheven. Hoe meer de fusie naderde, hoe meer het de Partij binnensloop. Dat werd pijnlijk zichtbaar op het laatste congres. Een bijeenkomst die over die voorgenomen fusie had moeten gaan, maar waarin de situatie in (een gedeelte van) het Midden-Oosten tot massale geloofsbelijdenis en centraal thema werd verheven.

Congres

Vooral motie 9 raakte me. Ik weet hoe die motie tot stand is gekomen, en wat de bedoeling ervan is. Ondanks de juridisch klinkende formuleringen is de boodschap glashelder: de partij wil niets te maken hebben met mensen die het bestaansrecht van een Joodse staat erkennen. Daarmee is de PvdA een onfrisse afslag ingeslagen. Joden worden verdacht gemaakt om wie ze zijn. Solidariteit eindigt zodra het ingewikkeld wordt.

Zionisme, wat niets anders is dan de Joodse variant van het nationalisme dat tijdens de verlichting in heel Europa zei dat volkeren recht hadden op onafhankelijkheid, vrijheid en autonomie, wordt -als enige vorm van nationalisme- afgedaan als een racistische en uitsluitende ideologie.

Volgens de motie moeten “alle staten die één religie of etniciteit verheffen boven anderen” worden afgewezen. Dat klinkt prachtig en principieel maar richt zich uitsluitend op Israël. Niet op Iran. Niet op Saoedi-Arabië. Niet op het Hamas-regime. Niet op landen waar christenen worden vervolgd of homo’s worden opgehangen. Alleen op de Joodse staat.

Daarmee wordt een dubbele standaard gehanteerd: Israël wordt moreel verantwoordelijk gehouden voor zonden die elders systematisch en op grotere schaal plaatsvinden – zonder dat daar een motie aan wordt gewijd. Israël wordt niet afgerekend op beleid of politieke keuzes, maar alleen op het idee dat een Joodse staat überhaupt mag bestaan. Dat is niet alleen selectief, het is discriminerend.

Motie 9 kan niet anders dan als antisemitisch worden beschouwd. Het zionisme – de overtuiging dat het Joodse volk, net als andere volkeren, recht heeft op zelfbeschikking in een eigen staat – wordt moreel gedelegitimiseerd. De motie keert zich daarboven expliciet tegen instellingen die het bestaansrecht van Israël verdedigen, en roept de partij op zich “te distantiëren van organisaties die deze ideologieën propageren.”

Daarmee worden mensen zoals ik – en iedereen die gelooft dat ook Joden recht hebben op veiligheid, zelfbeschikking en een thuisland – moreel buitengesloten en in de verdachtenbank gezet. De partij moet zich volgens de motie namelijk ook distantiëren van organisaties “die de apartheid en de bezetting ondersteunen, goedpraten en er willens en wetens misleidende informatie over verspreiden.” De suggestie is duidelijk: wie zich inzet voor het bestaansrecht van Israël, staat gelijk aan het verdedigen van apartheid en misleiding.

Omdat ik ook voorzitter was van Poale Zion – de progressieve zionistische beweging – en voorzitter ben van BONZ, de Bond van Onafhankelijke (lees: niet aan een Israëlische partij verbonden) Nederlandse Zionisten, trek ik me dat persoonlijk aan.

Motie 23

Even later kwam de motie die bevestigde dat Israel geen recht heeft om zichzelf te verdedigen aan bod. Daar kan ik niet zakelijk naar kijken. Onze dochter Rebecca – die haar hele leven heeft gestreden voor een inclusief Israël, met gelijke rechten voor iedereen – is overleden terwijl ze werkte aan de verdediging van diezelfde rechten. Ze was als soldaat en officier betrokken bij de Iron Dome, technologie die voorkomt dat burgers – Joodse, Christelijke, Bedoeïenen, Druzische én Arabische – sterven onder raketvuur. Haar werk redde levens. Haar inzet, en alles waar zij voor stond, werd met een congresstem afgedaan als onderdeel van een offensieve strategie.

Rebecca streed op verschillende manieren voor een inclusief en democratisch Israël. Door haar betrokkenheid bij de progressieve Israëlische politiek, door haar werk aan de verdediging van alle inwoners van Israël, wat uiteindelijk tot haar dood leidde, en het feit dat haar organen na haar overlijden ook terechtkwamen bij Bedoeïenen en Arabieren.

Er is inmiddels genoeg gezegd door mensen die, net als ik, vinden dat Israël het recht heeft zich te verdedigen. De raketten komen uit Gaza, Jemen, Syrië – met als doel Israël te vernietigen of in ieder geval te verzwakken, maar ook om zowel verdeeldheid te zaaien in Israël als daarbuiten. Terrorisme werkt altijd. De verdere argumenten hoef ik niet te herhalen.

Kort voor de behandeling in de Kamer heb ik nog geprobeerd contact te leggen met Kati. Geen antwoord.

Toon, houding en vanzelfsprekendheid

Nog los van de inhoud: het werd pijnlijk duidelijk dat een groot deel van de aanwezigen op het congres zo overtuigd is van het eigen gelijk, hun morele superioriteit en het belang van het schofferen van andersdenkenden, dat ik me realiseerde dat ik met deze mensen geen campagne meer zou kunnen voeren. Of zelfs maar een partijbijeenkomst zou kunnen bijwonen. Wie zich niet schaart in de dogmatische rij, is geen gesprekspartner meer, maar een obstakel. Het was geen partijcongres meer maar vroom-linkse collectieve geloofsbelijdenis en veroordelingsceremonie met een slechte lunch.

Ik blijf me inzetten voor democratie, gelijkheid, solidariteit, vrede. In Nederland, in Oekraïne, in Hongarije en zelfs in Israël. Voor gelijke toegang tot macht, kennis en inkomen. En tegen dubbele standaarden. De partij is een onveilige plek geworden voor mensen die voor het bestaansrecht van Israël zijn, die zeggen dat er een veilige plek moet zijn voor Joden, zoals er ook veilige plekken moeten zijn voor anderen.

Ik verlaat de partij niet: de partij heeft het vertrouwen in mij opgezegd. Ik hoefde het alleen nog maar te bevestigen.

Er komt geen betere reden meer.

 

1 Comment Geef een reactie

  1. Foei, Robbo,” De Partij wil niets te maken hebben met mensen die het bestaansrecht van een joodse staat erkennen” …hoe kan je Motie 9 zo uitleggen?
    Dat je Katie’s motie, volstrekt gericht tegen de gruweldaden van een op hol geslagen massamoordenaar, te ver vond gaan, kan ik begrijpen. Zelf zat ik er 60-40 in. En ik begrijp mensen als mijn zus, 40-60, en mijn vriend job.
    Maar bovenvermelde mening is jou onwaardig en doen vrienden Israël onrecht. Het ga je goed, beste vriend. Maar ach, wat doet je boosheid zeer!

Geef een reactie

Your email address will not be published.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Nieuwste van Blog

Foto: ANP. Deze foto is genoemd in het bijgaande artikel en valt daarom onder het Citaatrecht.

Sterft, gij oude vormen en gedachten!

Dit weblog is het oudste weblog van een politicus in Nederland, dus dat verplicht. Toch schrijf ik de laatste tijd wel erg weinig. Dat komt ten eerste omdat ik dit blog ben gestart als een vorm van dialoog, en de politieke dialoog bijna helemaal…

Tussen psychologie en praktijk – shelach lecha

Het is in deze tijd natuurlijk ondenkbaar dat op basis van geruchten en rapporten verkeerde beslissingen worden genomen, maar in de tijd van de Torah kwam het voor. De Eeuwige vraagt Mozes om een onderzoekscomité in te stellen, een task force, zo je wil,…

Ha’azinu: Tegelijkertijd terug- en vooruitkijken

Nog een paar dagen en dan is de cirkel gesloten en zijn we weer waar we 17 oktober 2020 begonnen: de eerste parasja van het jaar. Het zijn dagen die tegenstrijdige emoties oproepen: aan de ene kant lezen we over de laatste dagen van…

Nogmaals: Helderheid

Het Helderheidplein wordt officieel Helderheidplein 🙂 Vanaf het begin van de jaren ’80 was ik, scholier nog, actief in de anti-apartheidsbeweging. Vanaf de Oude Vest 79 in Leiden startten we plak- en picketacties, organiseerden we demonstraties en verstuurden we buttons, platen, stickers en posters:…

De beste TED-talk ooit: Waetchanan

Geschiedenis is niet een beschrijving van wat er gebeurd is, maar een uittreksel en een interpretatie daarvan. Meestal met een eigen doel. Het beschrijven van geschiedenis is dus een politieke daad op zichzelf. Dat leidt dan ook tot opmerkelijke situaties. In het zuiden van…
Ga naarBoven