Het verschil tussen bewoners en burgers.

1 september 2011
1.4K views
2 minuten leestijd
Start

Wat een goed initiatief van Leefbaar Rotterdam om mensen die niet bekend staan als grote supporters van die partij uit te nodigen voor een bijdrage. Zonder wrijving geen glans en ‘debat’ wordt een stuk spannender als er sprake is van verschillen van mening.? Hieronder mijn eerste bijdrage.

Rotterdam blijft me bezighouden. Als geboren Amsterdammer, opgegroeid in Leiden en wonend in Den Haag heeft Rotterdam me gegrepen. Ik heb er drie jaar met veel plezier gewoond en gewerkt en kom er nog steeds graag.

Aan bepaalde zaken heb ik erg moeten wennen. Ik werd in Feijenoord onder andere verantwoordelijk voor de ‘participatie’, waarvan ik dacht dat het wat te maken had met het laten meedoen en betrekken van de inwoners van de deelgemeente. Uit die droom werd ik snel verlost. ‘Participatie’ ging over het distribueren van subsidie en (informele) macht. Over het subsidiestelsel heb ik inmiddels genoeg geschreven, maar ik herinner me het ongeloof van veel aanwezigen toen ik aankondigde dat de deelgemeente de subsidies aan de bewonersorganisaties (waarvan ik eerst nog dacht dat het organisaties van bewoners waren, maar daarover zo meer) mede zou laten afhangen van hun begroting en gestelde en behaalde doelen. Ik had de aanwezigen net zo goed kunnen voorstellen te gaan paaldansen. De volgende bijeenkomst over hetzelfde onderwerp moest dan ook onder het toeziend oog van de politie plaatsvinden.

Mijn indruk is dat een gedeelte van de bewonersorganisaties in het verleden is blijven hangen. Het hangt samen met drie andere ontwikkelingen; er is steeds minder animo voor mensen om langdurig actief te worden bij organisaties, de overheid stelt zich steeds meer communicatief op en de wijken zijn veranderd. Mensen willen dolgraag betrokken zijn en meepraten, maar het organiseren daarvan komt bij een steeds kleinere groep terecht. De bewonersorganisaties krijgen alleen daardoor al steeds minder aansluiting bij de wijk. Waar de wijk veranderde, bleven het bovendien vaak dezelfde mensen die actief waren in de organisaties. Ten tweede: de communicatie tussen inwoners onderling en met de overheid gaat op een andere manier dan in de hoogtijdagen van de bewonersorganisaties. Sneller, en men verwacht op andere manieren benaderd te worden. Ook overheden zelf hebben steeds meer aandacht voor communicatie. Ten derde zijn veel bewonersorganisaties niet vernieuwd ten aanzien van hun eigen rol. Waar ze vroeger het alleenrecht hadden om mee te praten over stedelijk beleid, betrekt de overheid nu ook andere groepen. Ten slotte kost het veel organisaties moeite om rekenschap af te leggen over hun organisatie: niet alleen financiële verantwoording, maar het kost ook vaak moeite duidelijk te maken namens wie ze praten, en met welk gezag ze meningen vertegenwoordigen. Kortom: hoewel ik veel respect heb voor het werk dat verricht wordt, de betrokkenheid met de wijk, vaak de kennis van zaken en de persoonlijke inzet, kan je niet anders dan tot de conclusie komen dat het doel van de participatie, namelijk het langdurig betrekken van inwoners niet of nauwelijks bereikt wordt.

Tegelijkertijd wordt er door overheden veel geld gepompt in activiteiten die dat wel beogen. Het klinkt logisch; wel de activiteiten subsidiëren, niet de organisaties. Dat de bewonersorganisaties er tegen in het geweer komen met een brief aan Donner over de hernieuwde aandacht voor de ontwikkelingen op Zuid is even voorspelbaar als een teken van het bovenstaande. Uit de brief spreekt geen enkele visie over welke kant het dan op moet met Zuid. Wat er moet gebeuren, waar we op uit willen komen anders dan… dat de bewonersorganisaties erbij betrokken moeten worden.

De maatschappij maken we met elkaar. Burgerzin, het daadwerkelijk meedoen met de maatschappij, met alle rechten en plichten die daarbij horen, heeft een ander vertrekpunt dan ‘bewonersrechten’; de overtuiging dat je bepaalde rechten kan ontlenen aan het enkele feit dat je ergens woont. Als bewonersorganisaties een toekomst willen hebben, moeten ze met hun tijd meegaan; transparant, betrokken bij álle inwoners, gericht op concrete activiteiten en standpunten, het vergroten van burgerzin (met rechten en plichten) en niet alleen hun eigen rol bevechten ten behoeve van hun eigen, achterhaalde positie.  ?

1 Comment Geef een reactie

  1. Wat is er nu, 6 jaar later veranderd?

    Robert noemt aan het eind van zijn bijdrage wat bewonersorganisaties zouden moeten doen, willen ze met hun tijd meegaan.

    Hij vergat echter erbij te noemen, hoe bewonersorganisaties daar zouden kunnen komen, aan welke voorwaarden voldaan moet worden….

    Zonder volledig te kunnen zijn:
    1. Omgaan met diversiteit: Bewonersorganisaties moeten zélf ook goed kunnen (en dat is te leren) omgaan met andersdenkenden, met diversiteit binnen hún gelederen.

    2. Focus op dromen in plaats van op problemen: Een bekend credo is: “Wat aandacht krijgt, dat groeit”. En dat geldt ook bij aandacht voor problemen. Waarderend onderzoek “Appreciative Inquiry” helpt daarbij.

    3. Aansluiten bij de veranderende rol van de (gemeentelijke) overheid: De overheden transformeren óók! regiegemeente, netwerkgemeente: gemeenten buigen zich per deelgebied en onderwerp over de vraag, wie nu het initiatief mag/moet nemen, en als de gemeente niet het initiatief neemt, welke rol zij dan wel vervult (pro-actief faciliterend, bewakend, of afzijdig houdend?)

    Samenvattend: in deze veranderende tijden is het credo: blijf met elkaar in verbinding (en dat is méér dan alleen met elkaar communiceren!), en dat geldt voor zowel gemeenten als voor bewonersorganisaties!

    Tjwan Oei is bestuurslid van de Coöperatie Infinite Inspiration. Infinite Inspiration helpt gemeenten én bewonersorganisaties in het creëren van nieuwe samenwerkingsverbanden. Éérst verbinden, dan pas bouwen is daarbij het credo.

Geef een reactie

Your email address will not be published.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Nieuwste van Blog

Er komt geen betere reden meer.

In 1990 studeerde ik Politieke Wetenschappen in Leiden. Bart Tromp, toen nog alleen mijn docent, raadde ons, studenten, aan om niet alleen politieke theorie te bestuderen, maar ook de politieke praktijk, en daarom lid te worden van een politieke partij. Voor mij was het…
Foto: ANP. Deze foto is genoemd in het bijgaande artikel en valt daarom onder het Citaatrecht.

Sterft, gij oude vormen en gedachten!

Dit weblog is het oudste weblog van een politicus in Nederland, dus dat verplicht. Toch schrijf ik de laatste tijd wel erg weinig. Dat komt ten eerste omdat ik dit blog ben gestart als een vorm van dialoog, en de politieke dialoog bijna helemaal…

Tussen psychologie en praktijk – shelach lecha

Het is in deze tijd natuurlijk ondenkbaar dat op basis van geruchten en rapporten verkeerde beslissingen worden genomen, maar in de tijd van de Torah kwam het voor. De Eeuwige vraagt Mozes om een onderzoekscomité in te stellen, een task force, zo je wil,…

Ha’azinu: Tegelijkertijd terug- en vooruitkijken

Nog een paar dagen en dan is de cirkel gesloten en zijn we weer waar we 17 oktober 2020 begonnen: de eerste parasja van het jaar. Het zijn dagen die tegenstrijdige emoties oproepen: aan de ene kant lezen we over de laatste dagen van…

Nogmaals: Helderheid

Het Helderheidplein wordt officieel Helderheidplein 🙂 Vanaf het begin van de jaren ’80 was ik, scholier nog, actief in de anti-apartheidsbeweging. Vanaf de Oude Vest 79 in Leiden startten we plak- en picketacties, organiseerden we demonstraties en verstuurden we buttons, platen, stickers en posters:…
Ga naarBoven